Computable Columns 2000-2002

 

Columns van Egbert-Jan Sol van 2000-2002

 


2000 jan 14 -     Altijd Aan.

2000 feb 15 -     GSM, ook voor zwaailichten.

2000 apr   7 -     Goudkoorts.

2000 mei   5 -     Koop kunstme

2000 juni 16 –     Paniek: 100 km per uur in de stad.

2000 juli  28 -     Ruimte voor apparaten..

2000 sep   1 -     Internet is Ethernet (Napster als een grote Stereo)

2000 sep   8 -     Intelligente Kaaskoppen.

2000 okt  27 -     Randstad AmI Centre of Intelligence.

2000 nov 17 –     100 Brommetjes voor een gulden.

2000 dec 15 -     De vijfde industriele revolutie.

2001  jan 15 -     Zijn wij wel gelukkig?

2001 feb   9 -     De bus kwijt.

2001 mrt   9 -     ICT ontwikkelingen zijn voorspelbaar.

2001 aprl  6 -     De onstilbare honger van DSL.

2001 mei   4 -     De Pieper Piek.

2001 juni   1 -     Navelstaren en doorbraken.

2001 juni 29 -     ‘’A dollar a day’’.

2001 juli  27 -     Bouw je eigen mobiele telefoon.

2001 aug 31 -     Moderne Armoede.

2001 okt   5 -      Wroeten in de grond.

2001 nov  2 -      3G wordt doorslaand succes

2001 dec      -     Big-Brother-Bill bandbreedte

2002 -                 Paniek in Tulpenland

2001 - not published : 3G the dinosaur?

 

 

Het weekblad “Computable” wordt in een oplage van ruim 95.000 exemplaren kosteloos in controlled circulation verzonden aan personen die aantoonbaar werkzaam zijn in de professionele automatisering bij een in Nederland gevestigd(e) bedrijf of instelling.




Nr 15 – 2000 januari 14 - Altijd Aan

“Sommige chat channels zijn wel heel erg schunnig”. Dat zei mijn oudste dochter van 13. Bleek zij al dagelijks te chatten. “Soms wel een uur per dag”. Diep in mijn hart dacht ik mooi zo, het werkt. Ik had namelijk een kabel modem in huis geïnstalleerd en iedereen in huis kon toen gaan internetten. Na drie maanden bleek dat te werken. Deze ervaring was niet de enige ontdekking. Al maanden ben ik lovend over mijn kabel modem: 1 Mbps, “always-on”, vast tarief (Hfl 89,-/maand), geen limieten, alleen “fair usage policy”, en een dramatisch gedaalde telefoon rekening. Eindelijk een communicatie bedrijf dat een echte consumenten behoefte vervuld. Al maanden wilde ik die ervaring met U delen, inclusief de keerzijde van de medaille. Er was echter een minpunt: ik had eerst geen rekening gekregen, toen werden plotseling vreemde bedragen zonder nota’s van mijn giro afgeschreven en na diverse emails, telefoontjes en een brief naar de hoogste baas is dan na 9 maanden de zaak helemaal rond. Ik vond dat ik niet over een dienst kan schrijven als die niet fatsoenlijk werkt.

Iemand heeft mij verteld dat de helft van de kosten van een telefoon rekening voor het feitelijk gebruik van de techniek is, de andere helft is grotendeels voor de administratieve organisatie voor het opstellen van de telefoon rekening. De werkelijkheid is complexer. Maar de essentie is dat tweeweg communicatie zoals telefoon lastiger is dan eenvoudige broadcasting zoals radio en TV. Terwijl telefonie operators een hele back-office hebben en schaalgrootte nodig was voor een efficiënte operatie, kon destijds ieder stad of regio zijn eigen kabelaar exploiteren. Er was geen back-office nodig omdat de rekening via de incasso van gas/electra/gemeente liep. Als het dan technisch mogelijk is om tweeweg communicatie via de kabel te doen, dan zijn individuele nota’s nodig. Ik ging er dan ook vanuit dat kabeldiensten pas echt serieus zouden worden nadat enige consolidatie van kabelaars had plaats gevonden en zij een fatsoenlijk billing proces organisatorisch onder controle hadden. Vandaar mijn huivering om over mijn Chello modem te praten. Nu het in mijn individuele geval zo ver is, wordt het leuk.

Het echte succes is niet de toename van bandbreedte toename. Bandbreedte bleek eigenlijk helemaal niet belangrijk. De telefoonrekeningen van Hfl 550-650 plus 2x Hfl25 ISP abonnement per twee maanden is het laatste half jaar gedaald naar Hfl 250-350 en 2x Hfl 89 per twee maanden, dat is zo’n 40% minder. Oef denk ik dan maar, wat gaan huisvaders doen die met “gratis” internet zijn begonnen en het komend halfjaar zien dat hun telefoon rekening iedere twee maanden zo hoog uitvalt. Kabel modems en straks DSL (digitale subscriber lines als ADSL) werken met een flat rate. Binnen kort krijgen steeds meer mensen de “duurkoop” van gratis internet door en, nuchtere hollanders als wij zijn, als flat-rate duurder lijkt, maar goedkoper is, dan stappen wij snel over naar “flat rate” oplossingen.

Toch is het ook niet “flat rate” dat mijn enthousiast maakt. De echter killer is voor mij “always-on”. Bij een kabel modem bel je niet meer in, maar heb de hele dag verbinding: “always-on”. Op ieder moment kun jij direct de webbrowser starten, even spoorboekje kijken, even telefoon boek kijken, wat doen de koersen, en zelfs het laatste NOS journaal downloaden en bekijken. Want de verbinding naar Internet staat altijd aan. En zodoende leest mijn vrouw nu iedere dag haar meel en ziet de jongste dochter bij het aanzetten van haar computer dat er een nieuwe meel van oma is.  Maar “always-on” heeft een keerzijde. Ik heb de diverse computers in een huisnetwerk verbonden en één computer, die altijd aan staat, is verbonden aan het kabelmodem en daarmee aan internet. Ik wist het wel, maar pas toen ik met Linux zat te werken, zag ik het ook. Met arpwatch kon ik iedere computer in de buurt zien die werd aan gezet. Omdat kabelmodem op een shared medium zitten, hoe meer gebruikers hoe minder bandbreedte, kan dat interessante informatie zijn om te zien wanneer het druk is op de digitale weg in de wijk. Erger is dat iedereen in de buurt bij elkaar via het IP nummer van de computer binnen kan komen, ook al omdat die computers regelmatig 24-uur aanstaan. Uiteindelijk draait er nu bij mij op een oude Pentium een Linux firewall. “Een prive firewall”. “Ja, die heb jij binnen een paar jaar ook”. Toen heb ik die collega uit­gelegd dat een DSL/kabel modem aansluiting op het Internet te vergelijk is met het aanleggen van een brug van jouw eiland naar de buiten wereld. Die vaste oever verbinding vervangt het bootje (telefoon met dail-in verbinding). Echter via die brug kan de hele wereld eenvoudig ook bij jou op bezoek komen. En dat terwijl je huisjes op het eiland geen enkel slot op de deuren hebben. Dat was niet nodig. Nu wel want sommige internet bezoekers komen binnen zonder “nok-nok”. De digitale versie van het standaard Lips cylinderslot is een Linux firewall op een PC. Ondertussen is het mijn dochter duidelijk geworden dat haar vader in principe via die firewall computer precies kan zien wat zij doet. Het werkt dus.
Nr 16 – 2000 februari 15 - GSM, ook voor zwaailichten

Mijn eerste Windows CE pda (personal digital assistant) kostte mij in 1997 f 1600,- Het ding viel fors tegen: het scherm was slecht te lezen, de batterijen snel leeg en de processor was ronduit traag. Het ligt nu op zolder bij een antieke PC. In 1998 kocht ik voor f 500,- een REX, een elektronische Rolodex ter grootte van een kredietkaart. Die overleefde slechts een half jaar in mijn broekzak. Vorig jaar kocht ik alweer mijn derde pda. Deze kostte f 900,- Toen ik daarvoor een hardcover hoesje te pakken kreeg, had ik het helemaal voor elkaar: 'mobile Internet in my pocket'. Agenda, adressenbestand, notities en volledige e-mail. Voor het laatste gebruik ik Multimail als software op de Palm V en via infrarood belt mijn gsm-telefoon in op ons intranet. Als ik mij verveel tijdens een lezing, haal ik mijn e-mail op. Of als ik tijdens een vergadering een vraag voor iemand anders heb, dan stuur ik ter plekke een mail. Daarbij is alleen de kleine piep hoorbaar als de gsm-verbinding gestart wordt.
Nu is het nog een combinatie van twee apparaten. Dit jaar verwacht ik een volgende generatie pda's waarbij de pda-functies in de gsm-telefoon zitten, of waarbij pda's met Bluetooth werken zodat de telefoon zelfs niet eens meer zichtbaar op tafel hoeft te liggen. Bluetooth is de opvolger voor infrarood en werkt met radio tot 10 meter. Helemaal fraai wordt het als de nieuwe Nintendo Game Boy Advance met nieuwe spelletjes via mobiele telefonie werkt. Dankzij de wet van Moore ('de verdubbeling in 18 maanden van de prijs/prestatie van micro-elektronica') hebben wij de mainframe in een PC gekregen, en via de laptop komt die in je broekzak te zitten.
Bij dergelijke snelle ontwikkelingen is technologiemanagement een hele uitdaging. Hoe kun je nu twee à drie maal 18 maanden vooruit kijken? Bij iedere nieuwe generatie pda's verbetert de nuttigheidsfactor aanmerkelijk. Het is net als de PC-ontwikkeling gedurende de laatste twee decennia van de vorige eeuw. De overstap van de eerste PC naar een AT met een 10 MB grote harde schijf was een forse vooruitgang. De PC werd helemaal serieus rond 1988 toen de eerste 16 Mhz 386 PC op de markt kwamen. Echter, vandaag de dag pakt iedere volgende versie Pentium PC bijna negatief uit. Het kost meer tijd en moeite om software over te zetten dan een nieuwe PC aan snelheid en functionaliteit wint. De wet van de verminderende meer-opbrengst.
De boodschap is dat je voorzichtig moet zijn met het uitgeven van veel geld als het om nieuwe generaties technologie gaat. Bovengenoemde uitgaven heb ik thuis verantwoord als een combinatie van investeringen, leergeld en hobby. Dan nog ging het niet zonder lastige vragen. Op het werk kent u de beloftes van de IT-wereld (sneller en beter), terwijl de realiteit is dat je na het aanzetten van je PC steeds langer moet wachten op viruschecks en reboots. Er is dan zoveel geld uitgegeven aan nieuwe software, hardware en netwerken dat niemand nog lastige vragen durf te stellen. Technologiemanagement, op het juiste moment kiezen voor nieuwe technologie, blijft kritisch.
Op landelijke schaal is dat nog moeilijker. Er strijden dan nog meer belangen om allerhande technologie-investeringen. Neem het Tetra-verhaal voor politie, brandweer en ambulance. In het Schengen-akkoord werd bepaald dat overheidsdiensten over de landsgrenzen met elkaar zouden moeten kunnen communiceren. Nu hebben wij in heel Europa gsm, maar voor de zwaailichtensector werd een eigen nieuwe standaard bedacht: Tetra. Tetra kent één eis die met gsm/Umts (nog) niet goed te realiseren is: onmiddellijke verbinding met anderen. Bij gsm/Umts duurt dat een paar tellen. Terwijl Tetra als technologie in een niche zit met weinig concurrentie, kan iedereen die de ontwikkeling van computers heeft meegemaakt, voorspellen dat gsm/Umts zich razendsnel ontwikkelt en steeds goedkoper wordt. Gsm-toestellen, datasnelheden en airtime zijn al zo'n tien keer goedkoper dan Tetra. En waar gsm/Umts alleen maar sneller en eerder beschikbaar komt, wordt Tetra nu al vertraagd van 2003 naar 2004. Als overheid zou ik stoppen met Tetra en met gsm/Umts verder gaan. Voor de snelle spraakverbindingen kun je het huidige net moderniseren als back-upsysteem. Je surft dan vanzelf mee op nieuwe generaties technologieën. En je voorkomt lastige kamervragen van gsm- en straks Umts-operators die nu miljarden aan de overheid moeten betalen voor gebruik van frequenties, terwijl diezelfde overheid miljarden uitgeeft aan Tetra. Want uiteindelijk heb je liever lastige huiskamervragen over de kosten van je nieuwste speelgoed. Dat is technologiemanagement die minder kritisch is en waarmee je tenminste lol hebt.
Nr 17 – 2000 april 7 - Goudkoorts

WAP staat voor wireless application protocol, een soort www op mobiele telefoons. Bluetooth is een opvolger voor infrarood-verbindingen. Deze twee begrippen zeggen u misschien nog niet zoveel, maar het zijn de nieuwste hypes in de 'e-goldrush'. Over enkele jaren hebben wij een mainframe in onze broekzak, ons handtasje of in het dashboard. Wij hebben tegen die tijd ook een compleet communicatienetwerk in onze kleren (Bluetooth). Dankzij de wet van Moore - prijs/prestatie-verbetering van micro-elektronica per achttien maanden - is het mainframe van begin 1980 rond 1995 op het bureau beland. Dat is een factor 1000 in vijftien jaar. Nog eens zo'n stap en rond 2010 of eerder is het mainframe naar de broekzak verhuisd. Of misschien wel naar de schoenzool; kan gelijk de batterij worden opgeladen tijdens het lopen.
Spraakherkenning, simpele tekst en beeld (wap op een horlogeschermpje of op je brillenglas geprojecteerd) doen de rest. Je hebt er nog een draadloos netwerkje in je kleren bij nodig. En het contact met de rest van de wereld geschiedt via hetzelfde Bluetooth en met Gprs (general packet radio system, oftewel Internet-gsm) en Umts (de derde generatie en opvolger van gsm met ingebakken Internet). Waarschijnlijk zit er nog een 'firewalletje' in je andere schoenhak.
Eigenlijk had ik al veel eerder in deze column over wap en Bluetooth kunnen schrijven. Met het draadloze applicatieprotocol heb ik voldoende gespeeld en uit interne bronnen beschik ik ook over allerlei interessante informatie over de nieuwe infrarood-verbinding. Toch wilde ik nog even wachten. Voor mij wordt wap pas echt spannend met Gprs. En dat zal dit jaar nog tot de mogelijkheden behoren, aangezien de meeste operators Gprs in hun netwerk implementeren. Het is net zoiets als destijds Lynx, een tekst-browser voordat Mosaic (Netscape) verscheen. Zodra Gprs er is, krijgt je mobiele telefoon een eigen IP-nummer en kan in de achtergrond altijd communiceren. Je belt en betaalt niet per minuut, maar je bent 'always-on' en je betaalt voor het aantal megabytes. Ik vind eigenlijk dat wij zouden moeten zeggen wap=gprs. Maar hoe houd je een wilde bende goudzoekers tegen die nu al wil wappen - per minuut in plaats van per megabyte - en uiteindelijk gefrustreerd zal raken? Dan toch maar een column over de nieuwste hypes.
In de vorige column vertelde ik dat technologiemanagement enig inzicht in technologie en marktontwikkeling vraagt om niet de verkeerde keuzes te maken. Surfend op de gsm-golf, gelooft de hele markt dat wap, Bluetooth, maar ook Umts de toekomst zijn. De marktwaarden van telecombedrijven zijn de laatste zes maanden bijna allemaal verdrievoudigd. Het lijkt wel een 'goldrush'. Niemand weet precies waar de goudaders zitten, toch het is een drukte van jewelste. Rustige gravers en rattenvangers van Hamelen; oplichters en oplichtsters die halve waarheden vertellen en de andere helft maar even vergeten hebben, maar ook de echte deskundigen - zij weten het allemaal n¡et. En dan de waarzeggers die je maar moet geloven; dat je nu al een 'firewall' thuis moet hebben en straks in je schoen. De nieuwste goudaders schijnen overigens niet in de e-commerce-vallei te liggen, maar in de m(obile)-commerce-vallei. En een paar geologen hebben ze de codenamen wap en Bluetooth gegeven. En met zijn allen gaan we erop af (op de aandelenmarkt). Waar moet je dan over schrijven in je column? De technologie is nog in ontwikkeling, dus wil je er eerst zelf daadwerkelijk mee gewerkt hebben, voordat je er over schrijft. Maar de aandelenmarkt loopt al roodgloeiend aan. Terwijl je eigenlijk nog bezig bent de goudaders in kaart te brengen, wordt er rondom al overal gespit en gegraven. De kunst is om niet bedwelmd te raken, maar op zoek te gaan naar kennis en feiten zodat fouten vermeden kunnen worden.
Ik heb ooit gelezen dat in de tijd van de echte 'goldrush' het uiteindelijk niet de goedzoekers zijn geweest die rijk werden, maar de toeleveranciers, zoals Levi's. En in Silicon Valley zouden, op een enkele uitzondering na, niet de jonge 'start-ups' het geld verdienen, maar de durfkapitalisten en de juristen. Als u mee wilt doen met deze run op het goud, blijft nog steeds de vraag of deze columnist gelijk heeft als hij schrijft dat wap en Bluetooth nieuwe goudaders gaan worden. Waar liggen ze? Zie de aanvang van de column. Hoeveel goud zit er in? Rustig, rustig, we zijn nog maar net begonnen. Wat moet ik doen, gaan graven of als toeleverancier optreden? Deze columnist werkt in de wireless valley in Kista bij Stockholm bij een toeleverancier. Waar zit U? Nog in de oude, of surft u al mee op de golf van de nieuwe economie?
Nr 18 – 2000 mei 5 - Koop kunstmest

Deze column is een open brief aan de Nederlandse regering. Regeren is vooruitzien, politiek is het (democratisch) verdelen van schaarse middelen. U gaat proberen de UMTS-frequenties middels een veiling te gelde te maken. Laten wij veronderstellen dat u het slim speelt en 10 miljard uit de markt haalt. Daarna kunt u het geld per kiezer aantrekkelijk verdelen. Regeren is echter vooruitzien, dus wordt een deel gebruikt om de staatsschuld af te lossen. U heeft uiteindelijk de politieke verantwoordelijkheid om de schaarse middelen op de juiste wijze te verdelen. Daarna wordt het moeilijker. U kunt namelijk ook het geld renderend investeren en pas later de vruchten (laten) plukken. U kunt bijvoorbeeld het geld gebruiken om de traditionele infrastructuur (wegen, bruggen, rails en water) uit te breiden en zo de verbinding met het achterland verbeteren. Wat achterland? Iedere Nederlander van boven de grote rivieren, alsmede iedere Nederlander van beneden de grote rivieren, ziet dan als bermtoerist alleen nog meer zwaar verkeer van links naar rechts en omgekeerd gaan. Nee, investeren in het oude 'Nederland distributieland' is het paard achter de wagen spannen. Logistiek realiseert weinig toegevoegde waarde, het verschuift alleen maar de inhoud van pakhuizen naar meer vrachtwagens die met 100 kilometer per uur de rechter rijstroken van onze snelwegen blokkeren. U kunt ook, net als bij de vorige frequentieveiling voor draadloze telefonie - toen 1,8 miljard in de zak van Zalm verdween - plotseling voor Sinterklaas gaan spelen door 10 procent daarvan te gaan investeren in draadgebonden Internet, zoals bij Gigaport. U bleef daarmee in elk geval in de branche, maar het was wel louter het volgen van Amerikaans voorbeeld. Waarom in draadgebonden technologieën investeren als juist het geld in draadloze technologie gecreëerd wordt?
Wat vind ik dan dat u met het UMTS-geld moet doen? Investeren in de branche zelf! Terugpompen, zodat er later beter gebruik van gemaakt kan worden op een wijze die exporteerbare producten oplevert. In de hightech-industrie gaat het er niet om slimmer te zijn of meer geld te hebben, maar om als eerste te beginnen. Europa loopt twee jaar voor op Amerika op mobiel gebied. Dus kom in actie! Zorgt u alstublieft dat Nederland koploper wordt op applicatiegebied. Dat kan nog steeds. Er moet dan razendsnel een voldoende grote homogene markt van 'leading edge' gebruikers gecreëerd worden. Mijn voorstel is nog steeds: speel dat onder meer via de studenten. Geef hun goedkoop (gesubsidieerd) toegang tot UMTS middels een OV-jaarkaartachtige constructie. Zorg dat universiteiten en hogescholen intensief hun materialen en diensten ook via UMTS, zeg maar mobiel Internet in de schooltas, rugzak of broekzak beschikbaar maken. Voorbeelden van toepassingen zijn: tentamenuitslagen, lesmaterialen en actuele reisinformatie enzovoorts. Creëer een wereld waarin jonge 'start-ups' allerlei (op WAP, Bluetooth en op XML gebaseerde) diensten op de markt kunnen zetten. Een wereld waarin Nederlandse banken de studenten met 'm-commerce' laten betalen en waar studenten hun maaltijd in de mensa betalen met hun mobiele telefoon. Ik weet het. Het vraagt enig ondernemerschap van een overheid. Maar binnen het steeds strakkere korset van Europa is het misschien wel de beste benadering om voor de Nederlandse provincie binnen de EU over tien jaar een economische concentratie te realiseren van welvaartscheppende en fors waardetoevoegende diensten. Dat is vooruitzien, echt regeren en tijd is het enige schaarse middel, niet geld. Einde van de open brief.
Nu maar hopen dat de politici zich realiseren dat ze over voldoende geld beschikken om in te spelen op de nieuwe economische wetmatigheden, want de tijd dringt. Voormalig minister van Economische Zaken, Wijers begreep dit al: hij en zijn ambtenaren hadden al de visie toen Internet en mobiele telefonie nog klein waren. Maar de komende tijd wordt de strijd echt menens en Nederland moet winnen. Mijn devies is daarom: "Koop van de opbrengst van de UMTS-veiling geen snoepgoed maar kunstmest om de grassprieten te voeden die boven het provinciale maaiveld uit moeten groeien tot Europese wereldtoppers. Wacht niet, geef andere landen niet de tijd om zelf de eerste applicatie-sprieten groot te laten groeien, want dan helpt kunstmest ook niet. En laat dan de markt zijn werk doen. Gras groeit door het te voeden, niet door er aan te trekken.
Nr 19 - 2000 juni 16 – Paniek: 100 km per uur in de stad

Hoeveel ouders 'hosten' zonder het te weten vandaag de dag thuis illegale activiteiten? "Ich habe es nicht gewusst" werkt niet als zoon of dochter minderjarig is. Er is dan wel geen winkelier die opbelt dat zoon of dochter betrapt is op het stelen van een rol drop. Maar toch, de diefstal van kopierechten neemt dezelfde omvang aan als het overtreden van de maximale snelheid. Er gaat nog geen lichtje op? Al eens iets aan tafel gehoord van MP3? Maandenlang had ik getracht 'Napster' als een bedenkelijk programma af te schilderen dat niet door de huis-'firewall' komt. Maar wat doet de dochter van dertien als ze slechts tweehonderd MP3-files heeft en klasgenoten er met Napster al meer dan tweeduizend verzameld hebben. Die installeert dan zelf Napster en begint met downloaden. Totdat pa opmerkt dat de lampjes op de kabelmodem ook flikkeren als ze weg is. Blijkt dat de trots van pa, zijn eigen geconfigureerde 'firewall', Napster gewoon doorlaat. Bovendien had dochter-lief de directory opgegeven waar haar collectie MP3-files staan. Bij Napster wordt die directory gedeeld met de rest van de Napster-wereld en kan iedere Napster-gebruiker die ook online is, de files bij jou ophalen. Als je dan een snelle modemverbinding hebt en je PC aan laat staan, dan wordt er meer van jouw disk opgehaald dan omgekeerd.

 

De snelheid waarmee Napster opkomt, geeft aanleiding tot het gevoel dat de muziekbranche met een prijs van 40 à 50 gulden voor een CD haar eigen sluipende ondergang alleen maar versnelt. De wereld van de vaste boekenprijs heeft zelfs nog helemaal niets door. Boekteksten kunnen straks op 'digital ink' (een soort herschrijfbaar en opvouwbare folie) ieder moment en overal worden gedownload, net als MP3. Dat wordt dus leuk met de komende generaties mobiele telefonie waarbij 'mobiel Internetten' mogelijk wordt. Geen gesleep met CD's en boeken meer, ten minste als het probleem rond de kopierechten wordt opgelost.

Na een discussie in huis over kopierechten en schonen van directories wordt de paniek over 'hosting illegal activities' snel overschaduwd door een nieuwe paniek: Videoster. Een 4MegaByte grote MP3 file real-time downloaden gaat straks met 128 Kbits per seconde (bps), maar video is een ander verhaal. DVD vraagt niet alleen met Mpeg2 rond de 5 GigaByte per film, voor real-time downloading is 5 Mega bps gegarandeerde snelheid nodig. Daarvoor is Vdsl nodig. Isdn mag dan traag zijn vergeleken bij kabelmodem of Adsl, binnen vijf jaar, en nu al in testopstellingen, zullen veel gebruikers al meer willen dan Adsl. Bandbreedte is ontzettend verslavend. Tenminste zolang je er niet genoeg van kan krijgen. En genoeg voor een mens is ongecomprimeerd 1Giga bps of gecomprimeerd 25-40 Mbps. En dat krijgt u na 2005.

Stel wij hebben in de regio Amsterdam één miljoen huishoudens die allemaal persoonlijke TV krijgen. Dat betekent 5Mbps gegarandeerde bandbreedte op ieder moment wanneer het de kijker uitkomt. Je moet dan zo'n 500 tot 5000Gbps schakelcapaciteit leveren. Anno 2000 schakelen de zwaarste switches rond de 50Gbps. Na vijf of meer jaar Moore's law (18 maanden voor een verdubbeling van de prijs/prestatie factor), zijn er betaalbare switches om rond 2005 iedere Amsterdammer zijn videoprogramma's te laten 'napsterren'. Of Napster is dan verboden of het is een werkwoord geworden. Waarom de paniek. Niet omdat de omroepwereld zich niet zou aanpassen. De Ncrv en de Vara zijn TV-omroepen, terwijl in hun naam nog radio staat. De paniek kwam toen iemand dit per se met Umts, de derde generatie-opvolging van gsm, wilde gaan doen.
Kunt u zich de volgende analogie voorstellen: wij zijn met gsm in vijf jaar tijd met alle Amsterdammers van de fiets in een auto gestapt die nu 96 kilometer per uur rijdt. Dat was even doorwerken, maar de meeste mobiele bellers zitten in Amsterdam en de netwerken kunnen dat uiteindelijk aan. Nu denkt iemand ineens een sprong te gaan maken van 9,6kbps, uhþ 96 km/uur naar 5Mbps, 5000 kilometer per uur. Heel Amsterdam in de auto met 5000 per uur door de stad. Dat kan alleen als wij alle auto's 100 keer kleiner maken, de truc met micro-elektronica waarop Moore zijn wet baseerde. Bij mobiele netwerken impliceert dat 100 keer kleinere en dus 100 keer meer cellen. Dat kan met Bluetooth, maar dat duurt nog even.
Nr 20 – 2000 juli 28 - Ruimte voor apparaten

Sommige aankopen blijf je je herinneren. Zo herinner ik mij de aanschaf door mijn vader van een universele boormachine met allerlei hulpstukken voor schuren, zagen, enzovoort. Een elektromotor waar je van alles mee kon. Tegenwoordig heb je dat niet meer. Ieder apparaat heeft zijn eigen motor, of soms meerdere motoren zoals in een auto (ruitenwissers, elektrische ramen, CD-speler, enzovoort). Destijds was dat ondenkbaar, nu weet je niet eens hoeveel motortjes ergens inzitten.
Een andere aankoop was mijn eerste microcomputer in 1979. Het was een 1MHz Z80 met 16 KB RAM geheugen. De PC moest nog komen. Op de universiteit hadden wij met de vakgroep een minicomputer met terminals. Ik kocht de Z80 om die te programmeren als terminal, om zo van huis uit te kunnen inbellen. Ik kon dan allerlei zware berekeningen 's nachts volgen, in plaats van de volgende ochtend op het werk te komen en te zien dat de job niet gedraaid had omdat er een puntkomma fout stond.

Ken Olsson, de toenmalige baas van het voormalige Digital Equipment Corporation (DEC), beweerde dat individuen geen eigen computer hoefden te hebben. Anno 2000 is dat een lachertje, maar toen bestond de wereld uit mainframe-computers en had DEC net de spelregels veranderd met mini-computers voor kleine bedrijven en afdelingen. Eén computer per individu, dat was onzin, en had de baas van IBM ooit niet gezegd dat er een markt voor slechts vijf mainframecomputers zou zijn?

Bill Gates had het al wel door: iedereen zou een eigen, persoonlijke computer hebben. En IBM introduceerde in 1981 de PC met de Basic-programmeertaal van Bill en een besturingssysteem dat hij van iemand anders had gekocht. De IBM-PC was de eerste microcomputer die standaard 64 KB RAM had. Bill Gates, de toenmalige baas van Microsoft, vond 640 KB RAM voor de gebruiker echt genoeg. Nu, twintig jaar later, lachen wij ook daarom. Diverse lezers zullen meerdere computers thuis hebben waarin 64 MB RAM de ondergrens is. Als u dan ook nog een netwerkje tussen die computers hebt aangelegd, dan weet u hoeveel tijd de weekend-systeembeheerder daaraan kwijt kan zijn.

Stelt u zich eens voor dat u over twintig jaar wel 200 of meer microcomputers hebt die allemaal onderling (veelal draadloos) verbonden zijn met bijvoorbeeld Bluetooth en Internet. Dat getal is niet zo gek. Ga maar na. Als in 1980 200 mensen samen een computer deelden, en u nu een computer voor uzelf heeft, dan zou u rond 2020 zo'n 200 computers kunnen hebben.
Ik heb nu twee (superdunne) mobiele telefoons (handig, als je de ene kwijt bent, bel je met de andere de ene op), een Palm Pilot, een A5-notebook voor het werk en een zware machine thuis. Dat zijn er al vijf. Waarschijnlijk zit er een aantal ingebedde computers in mijn auto, en in mijn audio- en video-apparatuur. Ik heb al een Java-computer op een kredietkaart (SIM-formaat) in handen gehad.

Nu komt het. Tegen 2020 moet Internet rekening gaan houden met meer dan 400 miljard apparaten (200 x 2 miljard gebruikers); het huidige Internet met IPv4 heeft zo'n 4 miljard nummers. Dat leidt tot spanningen. Toen de (voornamelijk Europees georiënteerde) GSM-gemeenschap 4 miljoen publieke IPv4 nummers vroeg, werden die niet gegeven. Zelf China blijkt maar 2 x 65000 IPv4 nummers te hebben voor een land met meer dan 1 miljard inwoners. Er worden nu al 300 miljoen mobiele telefoons verkocht per jaar en die moeten binnen een aantal jaren allemaal een IP-nummer krijgen. Voor de Amerikanen, die op het gebied van mobiele telefonie een forse achterstand hebben, is dat geen probleem. Zij hebben genoeg nummers, in tegenstelling tot Europa en Azië. Het huidige (Amerikaanse) op IPv4 gebaseerde 'klassieke' Internet is op termijn een dood einde, ondanks alle trucs die er nog mogelijk zijn en nog bedacht zullen worden. De mobiele telefoniewereld in Europa en het Verre Oosten, maar ook Amerikaanse onderzoeksinstellingen binnen het Internet-2 project, hebben al besloten om te komen tot een moderner Internet, gebaseerd op IPv6. Hierbij zijn 400 miljard apparaten in een netwerk mogelijk, alle met een eigen adres.

Naar verwachting wordt IPv6 verplicht voor UMTS. Als de ouderwetse, klassieke Amerikaanse Internetwereld eenmaal wil begrijpen dat alles in de derde generatie Internet mobiel wordt en niet IPv4, maar echt IPv6, dan kunnen wij onze energie aan de echte problemen gaan besteden. Want hoe voorkomen wij dat iedereen netwerkbeheerder moet gaan worden van 200 via Internet gekoppelde apparaten? Hoe vind je het zoveelste van de 200 apparaten terug, wanneer je die kwijt bent? Even bellen helpt dan niet. Waarschijnlijk denk je dan aan vroeger tijden, toen je met dat ene apparaat nog van alles kon.
Nr 21 - 2000 sept 1 - Internet is Ethernet (Napster als een grote Stereo)

Gedurende de zomer zijn wij voor een jaar naar Stockholm verhuisd. Zweden zou voorop lopen op telecommunicatie gebied. Maar ja, wij zijn niet in het centrum van Stockholm neergestreken, maar de buitenste buitenwijk op 18 kilometer van de stad. En nu moeten wij weer in bellen om te internetten. Valt dat even tegen na bijna twee jaar een kabel modem met “always-on” gehad te hebben. Omdat er geen kabel in de buurt ligt en omdat ADSL voor de buitenwijken iedere maand weer een maand uitgesteld wordt, heb ik maar een satelliet schotel van 80 cm op het dak gezet. Zonder internet informatie pagina’s van anderen was het mij niet gelukt.  Bij Internet via de satelliet werk je asymmetrisch, dwz je stuurt uitgaande berichten via een telefoon lijn met 56kbps en je ontvang met 250kbps het antwoord na een paar seconden via de satelliet.  Alleen als beide kanalen goed ingesteld zijn werkt het. Na enige tijd draaide die oplossing maar je moet bijna raket geleerde om Internet via de satelliet aan de praat te krijgen. De raket kennis is niet nodig om de satelliet te lanceren, maar om de PC aan de praat te krijgen.

Internet over de satelliet is een interessant oplossing omdat je gemiddeld 10-maal meer ontvangt en die ontvangst gaat juist sneller. Voor echt grote files, bijv een 600MB Linux CD, kun je een download opdracht opgeven om opgenomen te worden in de download stream.  Je moet dan je PC aan laten staan, de telefoon kan uit, en op een zeker moment stroomt de file met 2000kbps naar binnen.

Toch zint Internet via de satelliet mij niet. Het is niet alleen complex en duur, maar net als het kabelmodem, is het een gedeeld medium. Ergo, net als jij iets wilt doen op het Internet blijken de andere gebruikers ook actief te worden en is de download capaciteit van 1.5Gbps van een satelliet een bottleneck. WWW is dan synoniem voor world-wide-wachten.  Niet dat Internet via de satelliet geen toekomst heeft.

De helft van de bevolking in landen als USA, Canada, Duitsland, Frankrijk en ook Zweden woont te ver van een kabel of DSL aansluit punt. Maar eigenlijk wil ik gewoon Internet over 100Mbps Ethernet naar huis. Dat is 100- tot 2000-maal sneller, ergo praktisch onbeperkte bandbreedte. Dan komt TV binnen over die verbinding, gebruiken de kinderen Napster als een grote stereo en zal ook al het telefoon verkeer (Voice) over die verbinding gaan.

Waarom? Bandbreedte moet toch veel geld kosten en Ethernet is toch technologie voor het LAN op het kantoor. Kabel, ISDN, en straks DSL, zijn toch goed voor aansluiten van huizen in de stad. En satelliet is toch ideaal voor het buitengebied.

Welnu, Ethernet is ongelofelijk goedkoop.  Een 100Mbps kaart kost Hfl 35, een 1Gigabps Ethernet poort voor op de hoek van de straat kost al minder dan Hfl 2000 en 10 Gigabps Ethernet om de wijk aan te sluiten is volgende jaar beschikbaar tot 100km.  Er wordt al over 40Gbps en 100Gbps gesproken en dat terwijl 10Gbps eigenlijk al voorbij de huidige technologische grens ligt waarmee je IP packets in en uit geheugen chips kunt blazen. Hier in Zweden zijn al hele appartement gebouwen met Internet over Ethernet uitgerust, maar ook in Nederland zoals op de campus van de Universiteit Twente en diverse studentenflats elders in het land.

Ieder IT service bedrijf met de ervaringen met het uitrollen van Ethernet netwerken in een kantoor omgeving kan eenvoudig de stad in gaan. Dit is bedreigend voor de gevestigde telefoon en kabel maatschappijen die bandbreedte nog duur verkopen.  Naast kabel en DSL hoeft satelliet als derde concurrent niet bedreigend te zijn, het vierde alternatief van Internet over Ethernet in de stad wordt dat wel.

Mocht U 100 Mbps naar U huis misschien te snel vinden, realiseer dan dat velen in 1980 dachten dat een computer thuis alleen leuk was voor hobbyisten.  Ging Moore’s Law al hard bij computers, de prijs erosie van bandbreedte gaat nog harder.

Mijn wens van onbeperkte bandbreedte is de vertaling hiervan in consequenties. In huis is de CD-toren al verhuisd naar een MP3 file directory op de server PC. Als iemand naar muziek luistert gebeurt dat door een MP3 lijst op de eigen PC te laten draaien die de files van de server PC haalt. Met andere woorden, in huis draait de grote stereo al in een 100Mbps netwerk. En met dat ene grote satelliet oor van 80 cm doorsnede op het dak  kunnen wij bovendien ook al een beetje draadloos naar MP3 luisteren. En straks krijgen wij ook nog MP3 in de UTMS telefoon
Nr 22 - 2000 sept 8 - Intelligente Kaaskoppen

De vakantie ligt alweer achter ons. Terwijl Zweden zes weken stil lag, verhuisden wij deze zomer voor een jaar naar Stockholm. Stockholm, en zeker Kista (spreek uit Sjista) de hightech buitenwijk aan de noordzijde van Stockholm, is momenteel het gebied waar de derde generatie 'mobiel': het mobiele Internet, zijn vorm begint te krijgen. Als je dan mag nadenken over hoe Umts zich verder ontwikkelt en hoe wij uiteindelijk naar een vierde generatie zullen evolueren, dan lijkt het wel of je hoofd overstroomt met ideeën.
Totdat je er achter komt dat je in de 'telecomhoofdstad van Europa' geen kabelmodem kunt krijgen, omdat er nooit een kabel is aangelegd naar de rots waarop je toevallig woont en de traditionele monopolist alleen Umts uitrolt naar appartementencomplexen, waar naast de kabel door een andere partij al 10Mbps Ethernet wordt aangeboden. "Dat wordt dan afkicken" aldus de oudste dochter, die toch al op basis van morele gronden door vader werd afgehouden van het ongelimiteerd downloaden van MP3. Dan maar Internet via de satelliet. Voor haar ligt '2Mbps downloaden' en MP3 radio in het verschiet en de rest van de familie kijkt met dezelfde satellietschotel naar de Nederlandse televisie.
De lezer die zegt dat, als je echt over tien jaar tweehonderd computerapparaatjes per individu hebt, er dan niet één apparaat, maar tweehonderd apparaten kapot kunnen gaan, heeft natuurlijk gelijk. Maar dat was de boodschap niet. De boodschap was dat al die apparaten via Internettechnologie, grotendeels draadloos met Bluetooth en Umts onderling verbonden zullen worden. Natuurlijk raakt iedereen bevlogen van de mogelijkheden van Umts als je hier in Kista zelf in een auto zit en met meer dan 100kbps Internetspelletjes speelt en de gesprekspartner in een klein beeldje ziet. Net gsm, maar dan inclusief Internet. Zeg maar 'overal mobiel Internetten, wanneer je maar wilt', en wie wil dat niet hebben?
Lagen de Californiërs nog voorop met de eerste (inbelmodems) en ook de tweede generatie Internet (kabel, Umts), bij de derde generatie maken de Scandinaviërs een goede kans voorop te liggen. Het accent verschuift nu snel van de backbone naar de eindgebruikers. De eerste Internet-backbones lagen tussen universiteiten, waarbij ons 'Surfnet' zeker met 'Gigaport' bij de (academische) wereldtop behoort. Nu zijn het de telecomoperators die backbones realiseren om al het IP-verkeer van de tweede generatie aan te kunnen. Maar de toekomst van Surfnet ligt bij het aansluiten van de student. Die is al erg mobiel, heeft op de universiteit geen vaste plek en doet tegenwoordig bijna alles met Internet. Dus die wil op de universiteit, onderweg en thuis een goede toegang. Zo komen ook de telecomoperators erachter dat hun 'last mile' uit hun monopolistisch denken uit de vorige eeuw ineens de 'first link' met hun klant is. En als Umts die 'first mile' biedt, dan moet je mee blijven bieden op een veiling.
Ook in huis en op kantoor zal Umts gekoppeld gaan worden met Bluetooth. De eerste mobiele telefoons met deze draadloze technologie komen dit najaar op de markt, handig met een oorstukje zonder een draad. Over een paar jaar zullen alle telefoons met deze technologie uitgerust zijn, maar ook je computer, je auto, elektronische apparatuur, je sleutels, je toegangskaart voor het werk, tot en met je portemonnee. En thuis via de kabel of Adsl, op het werk via het lan wordt met Bluetooth alles aan alles gekoppeld. Nu ligt het noorden van Europa voorop met radiotechnologieën, maar vanuit datzelfde 'telecom mekka' realiseer je je dat Nederland het op het gebied van ingebouwde intelligentie in apparaten (embedded systems) bijzonder goed doet.
Initiatieven als de 'embedded' Internetcyclus van het Eindhovense Embedded Systems Institute van de TU/e, maar ook de plannen voor een groot mobiel testbed in Twente, creëren een goede start om de BV Nederland voor te bereiden voor de vierde generatie Internet. Concentreer je niet op bandbreedte op de backbone, of de radiotechnologie voor mobiel Internet, maar begin nu al met het opbouwen van een leidende positie voor het 'alom aanwezige' Internet of de 'alles omvattende intelligentie'. Zeg maar, overal om je heen Internet - net zo beschikbaar als elektriciteit.
Mijn advies aan BV Nederland: rám je producten vol met intelligentie, Internet 'connectiviteit', betrouwbaarheid en gebruiksgemak om straks de tweehonderd apparaten te exporten met een hogere toegevoegde waarde dan bulk-chemie, kaas, melk en aardappelen. Ondertussen probeer ik een draadloze Internet-oplossing aan de praat te krijgen, thuis en op het werk.
Nr 23 - 2000 oktober 27 - Randstad AmI Centre of Intelligence

'Toch wel leuk', dacht ik bij mijzelf. Ik had net twee dagen bij de Europese Commissie in Brussel gezeten. In een select Europees gezelschap van twintig technici, sociologen en economen hebben wij gebrainstormd over hoe wij in 2010 leven. Het mocht geen science fiction zijn. Het moesten reële oplossingen zijn die mensen konden gebruiken zonder reëel besef van computers of forse veranderingen van gewoonten. Waarschijnlijk zit de sim-kaart van je telefoon in je horloge, heeft je bril een oordop en microfoon voor geluid en wordt tekst geprojecteerd in je bril. Als je een bekende tegenkomt, verschijnt of hoor je diens naam. Je hebt geen sleutels, plastic passen en geld meer op zak, want via een Bluetooth-verbinding kun je je identificeren en betalen. Ouderen met een ziekte hebben sensoren in hun kleren die direct in actie komen als er iets mis dreigt te gaan. Als je met iemand anders praat of in een vergadering zit en je wordt gebeld hebben de systeempjes van je persoonlijke netwerk geleerd hoe te reageren, mede afhankelijk van wie er belt en met wie je op dat moment spreekt. 'Ambient Intelligence' wordt het genoemd. Amerikanen noemen het ook wel 'ubiqitous computing'. Net als in 1985, toen er sprake was van autotelefoons en AT PC's, wist niemand zeker dat anno 2000 iedereen een mobiele telefoon en een PC kon gebruiken. Met de huidige snelheid zou dat nu in tien jaar kunnen gebeuren. Wij krijgen dan een Ambient Intelligence (AmI) omgeving waarin allerlei 'seamless' (naadloos, maar beter is 'bijna onzichtbaar') diensten en toepassingen beschikbaar komen. Waar het in Brussel om ging was de vraag waar de Europese overheid van 2002 tot 2005 (6e Framework Programma) haar researchgeld in moet steken.


Dan blijkt ineens in de wandelgangen dat de Europese Commissie het 6e kaderprogramma anders wil invullen. Dat ging via programma's met tenders die in een eerste ronde inhoudelijk en in tweede ronde politiek beoordeeld worden. 'Politiek' wil dan zeggen of er uit elk land wel deelnemers zijn, zodat de gelden gelijkelijk verdeeld kunnen worden. Maar als Europa nu echt één natie wordt dan zou je onderzoeksgeld misschien beter bij de aantoonbare 'centers of excellence' moeten neerleggen en niet meer de helft van een budget vrijmaken voor high-tech bij kaasmakers en low-tech bulk-industrielanden. Als de federale overheid van de Verenigde Staten investeert in hich-tech komt dat sneller in Californië terecht dan in South-Dakota. De Scandinavische landen lobbyen al voor 'centres of excellence' op telecomgebied en Frankrijk werpt zich al op voor lucht en ruimtevaart. Maar waar wil Nederland eigenlijk goed in zijn? Welke grassprieten moeten wij juist laten doorgroeien tot op Europees 'centre of excellence'-niveau in plaats van plat maaien op hetzelfde Nieuw Amsterdams Peil voor het hele land?


Volgens oer-Hollands poldermodel wordt er door de dijkgraaf een commissie samengesteld onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Daarin bespreekt men de gestelde kwestie op zodanige wijze dat iedereen het er mee eens kan zijn. Van alle partijen zijn hoge vertegenwoordigers aanwezig, dus willen wij alles. Maar met de nieuwe Europese spelregels gaat dat straks niet meer, dan verlies je overal. Dus wij moeten on-Hollands kiezen om één of twee grassprieten harder te laten groeien. Voor mij is de keuze heel eenvoudig. In Zweden (9 miljoen inwoners) komt de helft van de nationale export en 5 procent van het bruto-nationaal product voor rekening van 40.000 werknemers van een telecomleverancier. In de jaren tachtig maakten overheid en industrie de keuze om fors te investeren in mobiele telefonie - nu de succesfactor voor 3G (mobiel) Internet. In de zomer schreef ik al over de honderd persoonlijke computerapparaatjes in je kleding en over de verwachte 4G ('embedded') Internet. Op 4G ('embedded', misschien wel 'ambient') Internet van 2010-2020 kunnen wij nog wereldleider worden, maar dan moeten wij boven het maaiveld uit durven komen.


Aan de BV Nederland de uitdaging om een echte keuze te maken. Ik weet dat het moeilijk is en lef vraagt. Zelfs grote bedrijven op het gebied van consumenten-elektronica durven nog niet echt. Maar op Europees niveau weten ze het al heel aardig met hun Ambient Intelligence. Daar zou ik op aansluiten door rondom Amsterdam 'content, media en visualisatie' te concentreren, rondom Twente telecommunicatie-netwerken, rondom Eindhoven ('personal') 'embedded' netwerken, rondom Delft sensor-technologie en voor 'chip design' en 'user interfacing' (spraakherkenning) gaan wij naar Leuven en Vlaanderen. Dan kunnen wij samen met onze Nederlandstalige zuiderburen een Randstadmodel van Centres of Excellence voor Ambient Intelligence neerzetten met mediadiensten boven de grote rivieren en industrie in Brabant en Vlaanderen. 
Nr 24 - 2000 nov 17 – 100 Brommetjes voor een gulden

Laatst werd ik door mijn jongste dochter opgebeld. Moeder had mijn sleutels in huis laten liggen en nu stonden ze buiten voor het huis om weg te gaan. Geen sleutel, geen telefoontje en het is hier al aardig koud in Zweden. Maar mijn dochter had haar telefoontje wel bij zich, dus het was snel opgelost.

 

Een ander voorbeeld. We hebben zes computers in ons huisnetwerk gekoppeld. Het liefst spelen de zoon van negen en de dochters van elf en dertien computerspelletjes in het netwerk. Van hartenjagen en racespelletjes tot ware veldslagen met het computerspel 'Age of Empire'. Het probleem is dat de jongste twee bijna altijd winnen. Daar sta je dan als vader. Je wordt compleet van de weg gedrukt of totaal verslagen. Toen ik dat aan een collega vertelde zei hij dat zijn zoon van zestien een netwerk-hub gekocht had met 24 poorten. De hub met acht poorten voldeed niet. Tja, zijn moeder kon de lol er niet van inzien. Tijdens 'game-weekends' zit het hele huis vol met zijn vrienden die urenlang in het donker achter hun PC zitten. Hoofdtelefoons op, flitsende beeldschermen en bergen chips en cola.

Communicatiemiddelen als het Internet en de mobiele telefoon zijn een normale zaak voor jongeren. Jongeren moeten zich op die leeftijd van huis loskoppelen en zelfstandig worden. In zo'n fase van puberteit ben je erg communicatiebehoeftig. In landen als Zweden en Finland zouden jongeren meer geld aan communicatie besteden dan aan kleding. SMS groeide het laatste halfjaar met honderden procenten. In Nederland zijn er meer dan honderd miljoen SMS-berichten in dezelfde periode verzonden.

 

I-mode, de Wap&SMS-versie in Japan (waar men geen gsm-netwerk heeft) kost slecht een halve cent per pakketje van 128 databytes. Bij SMS is dat nu nog 30 tot 50 cent voor 160 databytes. De lage prijs is het succes van de explosieve groei van diensten en gebruikers. Bij ieder I-mode-abonnement is je telefoonnummer tevens je e-mailadres. Als er een e-mailtje binnenkomt, bromt je telefoon even. Kun je je de paniek al voorstellen als je een uur lang geen brommetje gevoeld hebt? Vooral voor jongeren is dat een teken dat de wereld hen vergeten is. Dus heeft I-mode diensten zoals vissen, waar je in de ochtend visvoer voor koopt. In de loop van de dag worden dan je vangsten gemeld. Virtuele vangsten, maar je telefoon bromt wel even en misschien heb je een prijs gewonnen! Maar SMS is hier honderd keer duurder dan I-mode en bij Wap betaal je nog per minuut.

 

De oplossing is de Gprs ('general packet radio services')-uitbreiding van het gsm-netwerk waarbij IP-pakketjes inplaats van SMS-berichtjes verzonden worden. Maar hoe duur wordt Gprs? Bij SMS krijg je 0,3KB voor 1 gulden en bij I-mode is dat 30KB voor dezelfde gulden. Voor een gulden kun je ook lokaal vijftien minuten inbellen en effectief 4 MB ophalen. Een 4MB MP3-muziekje kost dan 1 gulden. Omgekeerd (en iets afgerond) kost 1 MB bij een vaste lijn ergens rond de 30 cent, bij I-mode 30 gulden en bij SMS wil je de MB-prijs niet weten. Binnen afzienbare tijd willen onder andere jongeren muziek downloaden, chatten en spelletjes spelen via Gprs en Umts. Het liefst voor een vaste lijn-prijs, meer dan duidend maal goedkoper per bit dan SMS. Kan dat?

 

In de computerindustrie kost een prijs/prestatie-verbetering van 1000 maal ongeveer vijftien jaar. Voor

bandbreedte, zeg maar het transporteren van bits, is daar waarschijnlijk maar tien jaar voor nodig. Vijftien jaar computerindustrie heeft een mainframe en minicomputerindustrie met centrale bitprocessing weggeblazen. Het geld wordt nu verdiend met software en services. Geld in de communicatie verdien je binnenkort ook met (amusements)diensten zoals als visvangstmeldingen, mobiliteit, locatiediensten, persoonlijke informatie en 'QoS (Quality of Service)'. De laatste dienst is nodig om spraak over IP mogelijk te maken. Er zijn nu al mobiele operators die voor 1MB pakketjes met hoge QoS leveren.

 

Een interessante vraag in deze context is: "Hoeveel geld heeft de consument over voor bepaalde diensten?" Ik denk dat jongeren heel veel leuke dingen met Gprs en Umts gaan doen voor een dergelijke prijs per bit. Dat is precies het spel dat NTT DoCoMo gespeeld heeft toen zij met een lage prijs voor I-mode begonnen. Voor hen verloopt dit real(-time) strategiespel uiterst succesvol. Als je het real-time strategie-computerspel 'Age of Empire' kent, moet je je eens voorstellen hoe met dit onderwerp een heel leuk 'Age of Modern Enterprises' spel te maken is. Ik ben alleen bang dat ik weer fors van mijn kinderen zal gaan verliezen.
Nr 25 - 2000 dec 15 - De vijfde industriele revolutie

Onze kinderen gaan hier in Stockholm iedere dag naar de internationale school. Toch denk ik soms dat mijn dochter beter weet wat er dagelijks in haar oude klas in Nederland gebeurt dan hier in Stockholm. Rond half-negen gaat iedere avond de Internet-PC aan. Eerst horen wij het modem inbellen. Na enkele minuten beginnen dan de "oh-oh's". Ieder kreetje betekent een berichtje dat binnenkomt. En vaak zit ze na enige tijd in haar eentje te lachen. Iedere avond kijken zo'n vijf tot acht Nederlandse klasgenoten in ICQ, om te zien wie er op dat tijdstip online op Internet vertoeft. En op mijn dochter na hebben die elkaar de hele dag al gezien.

Voor jongeren is veel en vaak communiceren heel belangrijk. Maar communicatie is ook van belang voor het bedrijfsleven. Als er iets misgaat is het dikwijls een gevolg van slechte communicatie. Dat maakt een snelle daling van de kosten van het communiceren belangrijker. Dit wordt gezien als de motor achter de vijfde Kondratieff-golf. Deze lange-termijngolf in de economie kun je ook de vijfde industriële revolutie noemen. Na afloop van zo'n revolutie zijn de regels van het spel vaak geheel veranderd. Daarvoor moet je soms vooruit kijken en daarover gaat deze column.
De Economist noemde het jaren geleden al 'Death of Distance'. Afstand zou niet langer de kosten van communicatie bepalen. Toen bestonden er nog forse verschillen in lokaal, interlokaal en internationaal bellen. Bovenstaand voorbeeld illustreert het gelijk van het Engelse kwaliteitsblad. De kosten van communicatie worden nu nog bepaald door hoeveelheid, uitgedrukt in tijd of megabytes. Straks niet meer. Zo'n stelling vergt enige durf om vooruit te kijken. Alle business-modellen van telecom-operators zijn hierop gebaseerd. In de vorige column gaf ik aan dat radio­bandbreedte schaars is en per byte berekend wordt - straks per megabyte.

Toch kun je al een ander model ontwaren: betalen per serviceklasse, onafhankelijk van afstand, tijd en hoeveelheid bytes. Voor Adsl en kabel betaal je een vast maandtarief. Dat is een eenvoudig vast tarief voor een bepaalde bandbreedte met een bepaald kwaliteitsniveau. De kosten van communicatie dalen razend snel en zullen uiteindelijk zo gering gaan worden dat je niet meer per kilometer (regio of landgrens), per seconde en per megabyte een rekening wilt opstellen. Het opstellen van die rekening kost dan zeker vele malen meer dan de kosten van de infrastructuur, apparatuur, huur en licenties voor het verzenden van bitmassa's. De bestaande 'billing'-diensten kun je beter gebruiken voor het in rekening brengen van diensten waar je geld voor kunt vragen.

Tegen die tijd zal ook duidelijk zijn wat de vijfde industriële revolutie was. Ik denk zelf dat het in deze revolutie zal gaan om elektronica, optica en radio. Computers zijn geen calculators, maar communicators. En ontwikkelaars kwamen er een aantal jaren geleden achter hoe je optisch meerdere kleuren laserlicht in één keer kunt versterken; net zoals de transistor een elektrische spanning kon versterken. Toen de transistor er eenmaal was, leerde men met transistoren schakelen in een chip en zo ontstond de computer. Nu is de verwachting dat straks ook optische datastromen geschakeld kunnen worden. Als je terabits per seconde verwerkt kun je niet bij ieder knooppunt iedere optische bit omvormen naar een digitale elektrische bit en terug. En Bluetooth biedt straks iedereen zijn eigen radiocel met een vrij radiospectrum. Dan is het de vraag hoe veel meer je kunt communiceren voor hetzelfde geld (tot dat je tijd op is) of hoe je geheel nieuwe dingen kunt gaan doen. Waardecreatie verschuift dan van het aanbieden van communicatietransport naar communicatiediensten. De markt begint dat door te krijgen. Geld moet straks verdiend worden met diensten, niet met bandbreedte.

"Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst" luidt het spreekwoord. Met bovenstaand inzicht is het goed te begrijpen dat die jongeren veel ess-emm-essen. Ouderen zien SMS als een briefkaart die je tijdens vakantie uit het buitenland verstuurt en die zo'n 30 tot 50 cent mag kosten. Jongeren verzenden ze alsof ze een cent per dozijn kosten. En gelijk hebben ze. Dat wordt hun wereld, denk ik, als ik weer eens een hoge telefoonrekening moet betalen. Ondertussen wacht ik nog steeds op Adsl. De Zweedse versie van het Spaanse 'ma¤ana' schoof al iedere maand een maand op, en nu is het al twaalf maanden geworden. Ik hoop dat dat in Nederland beter gaat, want diensten komen pas tot ontwikkeling als de infrastructuur er ligt. Als je die pas ontwikkelt als de jeugd ouder geworden is, dan ben je te laat. Dan zijn de regels al veranderd voordat je het door hebt.
Nr 26 – 2001  jan 15 - Zijn wij wel ongelukkig?

"Wij zijn tegenwoordig ongelukkig. Het leven is zo gehaast, er komen allerlei nieuwe technologieën, enz, enz.." Dat stelde iemand tijdens een discussie van de Europese Commissie in Brussel waar over het Europa van 2010 nagedacht werd. Diverse mensen beaamden de uitspraak. Voor een politicus die de actuele gevoelens van zijn achterban moet vertalen is het een goede one-liner: "Mensen zijn tegenwoordig ongelukkig". Ineens realiseerde ik mij dat de hele groep beleidsmakers tussen de 40 en 50 jaar oud was. Zij waren jongeren toen kernenergie en atoombommen hun beeld over technologie vormden. Nu zijn ze allemaal rond hun 'mid-life'-crisis. Wat zal het tweede deel van hun leven brengen? Nog meer en nog snellere nieuwe technologie en een nog sneller leven, juist nu ze ouder worden?.

Ik ben het met de hierboven geciteerde uitspraak niet eens. Er zijn allerlei technologieën die door massa's mensen zinnig en zonder problemen gebruikt worden. Neem de mobiele telefonie. Tien jaar geleden had bijna niemand een mobiele telefoon, nu bijna iedereen. En niemand die daarvan ongelukkig is geworden.
Dit is nog maar het begin. Operators werken aan meer op internet gebaseerde mobiele diensten. Ericsson en Nokia hebben bijvoorbeeld WAP-telefoons met een groot scherm dat kan worden opengeklapt. Tieners kunnen daarmee heel goed chatten, want de laatste vijf regels kun je goed lezen. Ze moeten nog even wachten op GRPS; dan kost - tenminste hier in Zweden - iedere chat-regel minder dan een cent in plaats van de 50 cent voor een SMS-bericht.  

We staan aan het begin van het tijdperk van de mobiele internettelefonie. Het GSM- en straks het UMTS-netwerk weten waar een mobiele telefoon zich bevindt. Als het 's avonds rustig is in het netwerk, dan is het ook rustig bij de snackbar. Een snackbarondernemer kan dan iemand die in de buurt is eenvoudig een interessant aanbod toesturen. Maar kan dat zomaar, ongevraagd persoonlijke informatie naar gebruikers toesturen? Ouderen zullen wellicht bezwaren hebben, maar de communicatiebehoeftige teenager niet. Door reclame te accepteren kan hij of zij een goedkoper abonnement krijgen. Dat is precies de wijze waarop het wereldwijde web werkt. Mocht u nog twijfelen, weet dan dat mobiele operators het nog leuker kunnen maken. Bijvoorbeeld door een 'multi-user' spel op te zetten waarbij je, als je spellevens verloren hebt, nieuwe spellevens kunt krijgen als je een hamburger koopt bij de snackbar op de hoek.

Zijn de teenagers van nu over tien jaar ook ongelukkig? Technologie betekent voor hen geen kernenergie maar internet. Dus geen angstwekkend beeld, maar nieuwe communicatievormen. In feite is hier sprake van een generatiekloof tussen de oudere beleidsmakers die zich ongelukkig voelen en de jongeren die allerlei nieuwe mogelijkheden zien. De beleidsmakers zijn goed in staat om de gevoelens van met name hun eigen leeftijdgenoten aan te voelen. Zij moeten beslissen over allerlei zaken zoals beleid, budgetten en wetten, maar voelen zich eigenlijk niet op hun gemak met de nieuwe technologie.

De beleidsmakers hebben net een gigantisch bedrag ter beschikking gekregen door de veiling van UMTS-frequenties. Moet je dat geld gebruiken om oude schulden af te lossen of zou je een deel daarvan moeten gebruiken om in een zeer snel opkomende nieuwe technologie te investeren?. Dat hangt af van je wereldbeeld: laten we alles bij het oude omdat wij anders nog ongelukkiger worden of geloven we in de toekomst?  Neem nou de besteding van de publieke gelden voor onderzoek. Het grootste deel gaat nog naar technologie rondom vaste lijnen en breedband internet. Dit terwijl de overheid miljarden ontvangt voor frequenties voor mobiele technologie en de operators miljarden in de bouw van netwerken en de ontwikkeling van diensten moeten steken. Toch wordt maar een klein deel van de R&D-stimulerings­gelden gebruikt voor onderzoek naar mobiele applicaties. Onderzoek is daar hard nodig want band­breedte, zelfs bij UMTS, is heel beperkt. Internetapplicaties die wel werken met vast breedband, werken niet zonder meer bij UMTS. Ik schat de verhouding van de besteding van publieke onderzoeksgelden op 4 miljoen voor mobiele applicaties versus 40 miljoen voor breedband internet. Ik ben dan ook van mening dat een forse verschuiving van budgetten op dat gebied nodig is.

Jongeren kunnen de budgetten niet bepalen en zijn afhankelijk van de huidige beleidsmakers. Maar zoals het spreekwoord zegt: "Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". En in die toekomst zijn de huidige jongeren dan dertigers met allerlei behoeften aan geavanceerde mobiele, 'ambient intelligence' applicaties. Als de markt zo duidelijk aangeeft dat mobiele communicatie belangrijk wordt, dan pas je publiek onderzoek daar op aan. En als de ontwikkelingen snel gaan, moet je ook snel je budgetten opnieuw rangschikken.

Na afloop van de vergadering te Brussel kwam de Engelsman van de 'mensen zijn tegenwoordig ongelukkig'-uitspraak naar mij toe. Ik had hem aan het denken gezet, zei hij. Beleid maken betekent vooruitkijken, niet navelstaren.
Nr 27 - 2001 februari 9 - De bus kwijt

Laatst merkte ik dat mijn vader mijn column van een buurman kreeg. Hij had namelijk met Kerstmis gevraagd wat Ethernet met vaste lijnen te maken had. Hij begreep er niets van. Ericsson is toch mobiele communicatie en dat is toch door de lucht? Hij dacht dat Ethernet iets met de (radio)ether te maken had. Ik heb hem uitgelegd hoe het zit.

Computersystemen worden razendsnel doordat de computerbus vervangen is door nieuwe schakeltechnologie die al jaren in telefooncentrales en internet-routers wordt toegepast. Een heel technisch onderwerp, maar ik zal proberen het zo eenvoudig mogelijk te houden. Het gaat om de vraag hoe je informatie in een computer transporteert.

Laten wij eerst kijken hoe mensen zich verplaatsen. Het snelst (even zonder files) gaat dat met hun eigen auto. Direct van punt naar punt. Een andere oplossing is de bus. Je gaat naar een halte, wacht tot de bus komt, als de bus niet vol is kun je instappen en via een mogelijk overstap, kom je bij de eindbestemming uit. Zo werkt het openbaar vervoer: goedkoop, maar soms niet zo snel omdat je vaak via een omweg en niet direct van A naar B kunt. Transport van gegevens in een computer verloopt net als in het openbaar vervoer met een bus. In de personal computer zit de pci (pc-interface)-bus. Daar kunnen langzame modemkaarten (56 Kbps) ingestoken worden, maar ook netwerkkaarten of grafische kaarten. Een 10 Mbps Ethernetkaart is nog langzaam, maar een 100 Mbps Ethernet wordt al een zwaardere belasting voor de computer, vergelijkbaar met een harde schijf. Bij een grafische kaart loopt de belasting helemaal fors op. De laatste tien jaar werkte de pci-bus op 66 MHz en kon daarmee 533 Mbps blazen. Met een harde schijf, een grafische kaart en een 100 MHz Ethernetkaart wordt het druk in de 66 MHz pci-bus. Net als een autobus stopt de bus regelmatig voor andere passagiers en moet je soms wachten omdat er geen plaats voor je is. Sinds twee jaar werkt een pci-bus ook op 100 MHz en zelfs op 133 MHz. De snelheid neemt dan tot 1 Gbps toe. Een bus die nu 100 in plaats van 50 kilometer per uur rijdt is mooi, maar je hebt meer aan betere busroutes.

De grafische kaart heeft al een aparte eigen bus gekregen, de 'accelerated graphics port' (agp). Deze hoeft geen voorrang te geven aan bijvoorbeeld modem- of Ethernet-verkeer. Maar Gigabit (1000 Mbps) Ethernet heeft straks bij 'full duplex' (beide richtingen kunnen tegelijk praten) 2 x 125 Mbps. En in een server zitten vaak meerdere Ethernet-kaarten. Er wordt zelfs al over 10 Giga-bps Ethernet gesproken. In communicatienetwerken liggen de snelheden reeds op 10 Gbps en voor Gigaport van Surf en het Telematica Instituut wordt al aan 40 Gbps gedacht. Zoveel data wordt een groot probleem met computerbussen. Toch is de oplossing eenvoudig. We schaffen het openbaar-vervoermechanisme af en iedere kaart krijgt via een 'switch' de mogelijkheid direct bits te transporteren naar iedere andere kaart, processor of geheugen. Iedereen zijn eigen auto, maar daar heb je pas wat aan als er ook voldoende ruimte op de weg is. De wetenschap leert ons dat je een structurele wachtrij (file) alleen maar oplost met capaciteitsuitbreiding. Met silicium is capaciteit geen probleem. Het aanleggen van brede zandwegen (zand is gewoon silicium-oxide) is zo goedkoop dat er nooit een file hoeft op te treden.

Er is wel een gewenningsprobleem. Laatst sprak ik met een klant die een groep radiobasisstations ieder met een aparte vaste lijn met de centrale wilde verbinden. Nieuwe radiobasisstations hebben een schakelmatrix. Je kunt die stations dan onderling gewoon via de kortste weg aan elkaar knopen. De data gaat dan door de computerbus van andere stations, maar die raken daardoor niet voller, omdat het geen busstructuur is maar een schakelmatrix. De IP-router of de ATM-switch zit ingebakken in de 'computerbus'. Terwijl ik dat probeerde uit te leggen, zat de klant al aan een andere netwerkstructuur te denken. Wij moeten nog een goede naam aan deze nieuwe technologie geven. Het is te gemakkelijk om over een computerbus te blijven praten terwijl het eigenlijk een schakelmatrix is.

Maar wat heb je hier zelf aan. Vroeger was er de isa-bus, volgens de industrie­standaard. Tien jaar geleden kwam de pci-bus. Sinds enkele jaren heeft de grafische kaart zijn eigen agp-bus en is er de ide (integrated device electronics)-bus voor de harde schijf. Je nieuwste pc heeft zeker een usb (universal serial bus) en heel misschien al Ieee-1394 Firewire, reeds standaard op een Macintosh. Je ziet soms door al deze bussen het bos niet meer. Zolang schakelmatrix-technologie nog geen de facto standaard is, worden wij geconfronteerd met een hele vloot van verschillende typen bussen.

Reden ze vroeger 10 of 66 kilometer per uur, nu is dat 266 of zelfs al meer dan 1000 kilometer per uur - met maar één passagier. Je kunt best een bus missen, ze zijn toch razend snel. 
Nr 28 - 2001 maart 9  - ICT ontwikkelingen zijn voorspelbaar

Onze zoon van negen vertelde dat hij bij 'social studies' leert hoe batterijen werken. Onze oudste dochter heeft geprobeerd uit te leggen waarom zoiets op hun school kon, maar ik begrijp nog steeds niet wat 'social studies' en elektriciteit met elkaar te maken hebben. Onze kinderen zitten op de Amerikaanse internationale school in Stockholm. Ze krijgen daar eerder en meer natuurkunde, chemie en biologie dan kinderen in Nederland. In talen lopen ze een jaar achter. Eigenlijk is dit niet zo vreemd. Nederland is meer een handelsland dan een natie met veel industrieën die hun eigen markt creëren. Een durfkapitalist zei laatst dat de baas van een bedrijfje in Israël alle technische details van zijn product kent, terwijl de baas van een Nederlandse start-up alleen maar over marketing kan praten.

Bij toeval las ik een Nederlandse krant waarin staat dat de commissie Risseeuw een onorthodox standpunt inneemt door te verklaren dat je ICT-ontwikkelingen niet kunt voorspellen. (zie: 'Verlangen naar de eindeloze zee' van de Adviesraad voor het Wetenschap en Technologie Beleid, http://www.awt.nl/). Met de conclusies van het stuk ben ik het eens, je moet goede onderzoekers stimuleren. Maar genoemde veronderstelling doet mij gruwelen. Een goede handelaar volgt de markt, hij weet als één van de eersten waar geld te verdienen is door zwakke signalen op de juiste wijze te verstaan. In de wetenschap zijn goede onderzoekers in dergelijke ontwikkelingen geïnteresseerd.

Ik kan begrijpen waarom Risseeuw zo denkt. Het is het wereldmodel van een goede handelaar. Maar de veronderstelling dat ICT-ontwikkelingen niet te voorspellen zijn, is onzin. Een ervaren ICT-deskundige is daar best toe in staat. Hij moet een dosis ervaring combineren met enige analyse en wat cijferwerk. Zoals lezers van dit blad al lang weten: je moet de hype eruit filteren en de snelheid van ontwikkelingen wat trager inschatten.

Maar helaas, eerst werden de uitspraken van Risseeuw als rebels gezien, maar geheel in lijn met het Nederlandse consensus-denken heet het nu dat men in Nederland geen koers van de ICT-ontwikkelingen kan uitstippelen. Ik lees al sinds 1980 ICT-literatuur, heb enige wijze lessen geleerd en kan rekenen. Bovendien werk ik buiten Nederland bij een niet-Nederlands bedrijf dat zijn eigen markten creëert met de grootste uitgaven op het gebied van R&D in de communicatie-industrie. Niet alleen moet je de ICT-ontwikkelingen dan goed inschatten, je mag er concreet vorm aan geven. En bij toeval zie ik dan ook hoe in andere culturen kinderen techniek op jongere leeftijd en beter leren begrijpen. Misschien kan men buiten Nederland de ICT-ontwikkelingen wat beter inschatten.

Een voorbeeld over voorspelbaarheid in de ICT-technologie. De prijs/prestatie-verhouding van micro-elektronica is onvoorstelbaar groot, maar wel voorspelbaar. Gewoon de wet van Moore. Wat ook goed voorspelbaar is, is de warmteproductie en daarmee het energieverbruik. Computers worden steeds sneller (Moore), maar ook veel warmer en moeten steeds meer gekoeld worden. Niet dat de elektronen harder lopen, maar de extra botsingen creëren meer warmte. Dat resulteert in een grotere ventilatiebehoefte en uiteindelijk een groter stroomverbruik. In de Verenigde Staten wordt 20 procent van de elektriciteit door computers verbruikt. In Amsterdam bestaat een schaarste aan elektriciteit voor computerbedrijven.

Serieuze productplannen verdwijnen in de ijskast omdat er zoveel verwerkingskracht in een superkrachtige internetdoos komt, dat je de kasten ernaast leeg moet laten in verband met de koeling. Sommige natuurkundige wetten blijven van kracht, hoe onvoorstelbaar hard sommige ontwikkelingen ook gaan. Dat geldt ook voor de mobiele telefoon en heel snel internetten. Een mobiele telefoon werkt met een batterij. Je kunt niet honderd keer meer energie uit een batterij halen. De energiedichtheid wordt dan vergelijkbaar met explosief materiaal. Dus de komende tien jaar blijft de batterij vrijwel dezelfde, en is redelijk te voorspellen hoe de ontwikkelingen zullen verlopen. Ik hoop dat de AWT zich nu niet concentreert op technologieën als elektriciteitsproductie en batterijchemie. In een vorige column heb ik al de ontwikkeling van 3G mobiel internet en 4G 'embedded internet' geschetst. De Europese Gemeenschap concentreert zijn onderzoeksprogramma's rond ambient intelligence. De Amerikanen zijn hard bezig met routers en optische netwerken; Japan heeft al een voorsprong met allerlei kleine apparaten. Nederland moet een koers uitzetten hoe het straks waarde wil creëren. Zo niet, dan wordt Nederland een Europese provincie van ronddobberende handelaars en bulk-transporteurs die niet zo verlangen naar een eindeloze zee van techniek. Alleen omdat Nederland - in tegenstelling tot andere landen - aan het begin van de eeuw dacht dat ontwikkelingen in de ICT niet voorspelbaar en maakbaar zijn, en hun eigen markten creëren
Nr 29 – 2001 April 6 - De onstilbare honger van DSL

Maandag ochtend, 8.15uur, ik mocht van de bewaking niet meer naar mijn werkplek. Ontslagen, nee dat niet. Er was geen elektriciteit. Zondags  was brand ontstaan in een kabel tunnel. Achteraf bleek dat de hoofdleiding en de back-up leiding al 25 jaar in dezelfde tunnel lagen. Heel Kista, het high-tech gebied van Zweden 10 km ten noorden van Stockholm, zat zonder stroom. De mobile valley werd noodgedwongen mobiel. Ik heb mijn notebook nog opgehaald en ben naar huis gegaan. Dat wil zeggen, na eerst vijf verdiepingen geklommen te zijn want de lift deed het ook niet.

Het is een simpele waarheid: een computer verbruikt stroom. Maar er voltrekt zich een langzaam proces waarbij een simpele realiteit vergeten wordt. Computer verbruiken tegenwoordig heel veel stroom. Computer van tegenwoordig draaien niet meer met 8Mhz, maar 800Mhz. Bijna twintig jaar lang gold dat een microprocessor chip en de voeding beide  een ventilator nodig hadden, maar dat was het dan. Maar de laatste jaren worden ze toch wel erg warm. Van 8Mhz naar 800Mhz impliceert dat de elektronen 100 x sneller heen en weer lopen en dat resulteert in een forse toename aan warmte. En om die warmte weer af te voeren is  weer 50% extra stroom nodig voor de ventilatoren. Maar ook netwerk verbindingen gaan sneller en kosten meer elektriciteit. Bij DSL (Digitale Subscriber Lines) wordt een analoge of ISDN lijn (64kbps) vervangen door lijn waarover tot 8Mbps gaat en dat kost 2W per lijn. Veronderstel dat in Nederland in 2005 2 Miljoen DSL lijnen zijn, dan kost dat 4MW. Een grote elekticiteitscentrale als de Amer Centrale levert 1200MW. Veronderstel dat achter iedere DSL een computer 24 uur per dag aan staat. Uiteindelijk is DSL (Digitale Subscriber Lines) een altijd-aan verbindingen. Een PC verbruikt ongeveer 300W, dus in totaal is dan 600MW nodig. Dat is een halve Amer Centrale.

In Zweden ligt daar niemand wakker van. Elektriciteit opwekking doen ze met waterkracht en de warme PC kan het huis opwarmen. Als de elektriciteitskabel maar niet doorbrandt. Bovendien stelt men dat PC’s in een slaap toestand veel minder stroom verbruiken. Ja, dat klopt, maar wanneer je de peer-to-peer (P2P) opvolgers van Napster bestudeert wordt duidelijk dat PC’s niet zullen slapen. Wij staan aan de vooravond van een streaming revolutie staan waarin Napster en MP3 nog maar een begin waren. Napster kan nog verboden worden omdat het een centrale server heeft waar staat waar een bepaalde file staat. Bij Gnutella is die informatie gedistribueerd. Die kan je dus niet meer sluiten, maar je kunt wel traceren welke inhoud op welke disk staat. Bij Freenet is zelfs dat niet meer mogelijk omdat alles versleuteld is. De disk eigenaar kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van de files. Dit gaat bepaalde overheidsambtenaren nog slapeloze nachten kosten, net als miljoenen computers die niet in slaap zullen vallen en de hele tijd actief zullen blijven.

Nee, dan is mobiele telefonie veel efficiënter. Een terminal die op batterijen werkt, verbruikt bijna geen stroom. Een radio mast voor mobiele telefoon mag maar maximaal 20W zenden. Dit is vergelijkbaar met een zaklantaarn en straat verlichting. Stel dat je ogen gevoelig waren rond de GSM 900 en 1800Mhz frequenties. Vergeet even de mogelijkheden om dan door muren en enkele andere zaken heen te kijken. Op honderden meters afstand of op het platteland op kilometers afstand zie je dan een soort straatlantaarn op een hoge mast met enkele gekleurde TL-lampen knipperen. Je moet dan opletten op jouw kleur en je mag met een andere kleur met een maximaal 2 W sterkte zaklantaarn terug knipperen. Al met al kost die veel minder elektriciteit, zelfs als je rekening houd met de radio controller, een computer die ook stroom kost, maar praktisch gesproken gedeeld wordt door de gemiddeld 1000 gebruikers in een radio cel.

Het probleem is de PC. De bewuste mobiele maandag werkte ik thuis met mijn notebook. En dat beviel erg goed. Het geheel was opvallend stil. Geen 800Mhz computer die 300W stookt en een ventilator die continue kabaal maakt, maar een 600Mhz computer die fluister stil was en slechts 150W verbruikt. Wij doen iets goed fout. Wij slurpen meer energie, accepteren al het ventilator kabaal, terwijl wij eigenlijk minder energie willen verbruiken omdat dat is goedkoper en stiller. Misschien is een optische computer de ideale oplossing. Helaas voor de Zweden die daarmee niet hun huis kunnen opwarmen, maar misschien dat ze daarmee de donkere dagen in de winter kunnen verlichten.
Nr 30 - 2001 mei 4 - De Pieper Piek

Hoe lang staan wij nog toe dat de overheid alles belast. Toegegeven, in Zweden is het opeisen van het geld van de burgers te ver doorgeschoten. En eerlijk gezegd begrijp ik niet dat er in Zweden geen volksopstand wordt ontketend. Maar dat Roel Pieper in Nederland de overheid nu ook al een handje helpt, begrijp ik echt niet. Alsof Nederlanders zouden toestaan dat ze in de toekomst tot de laatste piek worden uitgemolken. 'Wij willen niet het bezit belasten, maar het gebruik'. Iedere Nederlander betaalt loonbelasting, zeg 50 procent. Over het restant wordt naast 19 procent BTW nog BPM en motorrijtuigenbelasting geheven. Hoezo wij willen het bezit niet belasten. Zodra je een auto hebt, betaal je zes keer meer voor benzine dan de feitelijke prijs en mag je zoals het er nu naar uitziet in de toekomst ook nog iedere ochtend een Pieper Piek betalen. Vervolgens betaal je parkeergeld en word je door de overheid gedwongen je auto te laten keuren op een zodanig slinkse manier dat de garage je eenvoudigweg op extra kosten kan jagen. Goed voor de werkgelegenheid in de garage. En ik maar denken dat al die extra intelligentie in een auto zou worden gebruikt om het onderhoud te verminderen en bij gebreken aan de auto op tijd de bestuurder te waarschuwen. Nee, wij vertrouwen u niet, dus komt u maar even ieder jaar langs, en þ wij willen ook even weten waar u iedere ochtend rijdt, zodat we dan meteen een Pieper Piek kunnen heffen.

Over het algemeen kun je aardig de ontwikkeling van de technologie voorspellen, maar niet de maatschappelijk gevolgen ervan. Twee jaar geleden betoogde ik in deze column dat een wachtrij ten gevolge van een capaciteitsprobleem, bijvoorbeeld traag internet of verkeersfiles, theoretisch alleen opgelost kan worden door een capaciteitsuitbreiding. Met tolpoortjes een verkeerspiek oplossen was in mijn ogen niets meer dan een verkapte belastingmaatregel. Ten aanzien van de auto kunnen we de ontwikkeling ook aardig voorspellen en plannen, maar de maatschappelijke gevolgen - zoals het oplossen van files - nauwelijks. Een ander voorbeeld is het feit dat wij over tien jaar omringd zijn met allerlei ingebouwde apparaatjes, in de VS noemen ze dit 'ubiquitous computing', in Europa 'ambient intelligence'. Heeft de overheid op dit moment al een toepassing bedacht om daarmee belasting te heffen? Wederom een indicatie dat de maatschappelijke gevolgen nauwelijks zijn in te schatten.

Dat een nationale overheid verslaafd is aan het heffen van belasting werd mij duidelijk tijdens het veilen van de Umts-frequenties. Als u en ik over een paar jaar Umts gaan gebruiken, zullen we samen de kosten van de veilingen moeten gaan ophoesten. Onder het mom van 'we laten de markt zijn werk doen' werden de frequenties vorig jaar juni geveild. De realiteit was echter dat de politiek liever een veilige veiling organiseerde dan de verantwoordelijkheid te nemen om in een schoonheidswedstrijd een winnaar te bepalen. Dit gesteund door anderen die graag het veilinggeld in de schatkist wilden laten vloeien. Het gevolg hiervan is dat door het onttrekken van grote sommen geld, de staat vele malen meer geld heeft verloren dan de veiling heeft opbracht. Immers, nationale staten zijn vaak nog mede-eigenaar van de oude staats-operator en de marktwaarde van het aandelenkapitaal van die operators is nu velen malen meer in waarde gedaald dan de veiling aan geld heeft opgebracht. Terwijl wij de (technische) ontwikkeling van 3G heel goed beheersen, blijken de maatschappelijke gevolgen grillig te verlopen.

Als gevolg van de euforie dat de Pieper Piek waarschijnlijk ingevoerd kan worden, hoorde ik op 1 april dit jaar het gerucht dat men aan een apparaatje denkt waardoor de staat kan meten hoeveel u praat en dus gebruik maakt van de door de staat beschikbaar gestelde luchtmoleculen die u in trilling brengt. Hoezo vrije lucht? Of je nu met 50-3000 Hertz of met de Umts-frequenties rond de 2000Mhz de lucht in trilling brengt is fysisch wel verschillend, maar belastingtechnisch geldt hier het gelijkheidsbeginsel.

Hoe zou dat slim gemeten kunnen worden? Zelfs de grootste belasting-nerd erkent dat het ophangen van microfoons in portaaltjes op straat en in openbare gebouwen te veel een 'Big Brother' effect heeft. Dus dat is geen optie. Men denkt nu aan een meetapparaatje dat in een kies zou kunnen worden ingebouwd. Naast voordelen met betrekking tot elektronische identificatie, zou het apparaat ook goed kunnen meten of iemand zacht, normaal of hard praat. Vervolgens kun je met het juiste tarief het gebruik van de vrije lucht belasten. Ben ik even blij dat de naam Bluetooth is beschermd. Er zal in ieder geval geen Bluetooth Belasting Kies of Tax Tand komen. Nu maar hopen dat er niemand op het idee komt om zoiets absurds te laten inbouwen. Alhoewel, als Nederlanders over een paar jaar de Pieper Piek gewillig zouden accepteren, dan vrees ik het ergste.
Nr 31 - 2001 juni 1 - Navelstaren en doorbraken

Voor mij liggen de zaken heel eenvoudig. Nederland moet zich richten op een sterke positie op het gebied van de vierde generatie internet rond 2010. Die ontwikkeling is nu in gang gezet met de derde generatie, waarbij het internet de komende vijf jaar mobiel wordt gemaakt. Bij de vierde generatie is echter sprake van tientallen draadloze intelligente apparaatjes in je omgeving die allerlei taken nagenoeg onzichtbaar voor je verrichten. Die generatie wordt ook wel 'ubiquitous computing', 'hidden computing', of 'embedded internet' genoemd. De beste benaming vind ik zelf 'ambient internet' afgeleid van 'ambient intelligence', een belangrijke bouwsteen in het Zesde Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap. Als tussenstap kunnen we in de BV Nederland een ambitie formuleren om rond 2005 voorop te liggen met elektronisch betalen. Niet alleen voor wat betreft de Pieper Piek, maar ook voor allerlei andere betalings­transacties waarvoor nu chipkaarten en creditcards nodig zijn of waar persoonlijke identificatie voor nodig is.

In dit kader zou Gigaport 2 van 2002-2005 zich niet meer moeten richten op een probleem van de vorige eeuw, te weten het aanbieden van dikke bandbreedte tussen universiteiten. Nee, het doel moet zijn de mobiele student - thuis, in de collegezaal, de practicaruimte en in de trein - een goede aansluiting op het internet, alsmede een goede identificatie te geven. Voor het realiseren van die positie heeft Nederland veel in huis; in de regio van Amsterdam bestaat veel multimedia-kennis, Delft is goed in intelligente producten, Eindhoven pakt vooral de 'embedded' systemen goed op en Twente is sterk in de telematica-applicaties. Bovendien heeft men net over de grens, in Leuven, alle kennis op chip-gebied gebundeld. Dit alles is een hele goede aanloop naar een economische krachtige positie van de BV Nederland voor de volgende stap naar 4G, tussen 2005 en 2010.

Er zijn echter twee problemen. Een eerste is dat de overheid net een gigantisch bedrag uit deze markt heeft weggezogen met als gevolg dat Europa haar enige sterke high-tech business een molensteen om de nek heeft gehangen. In tegenstelling tot het grotendeels papieren geld van aandelenkoersen tijdens de internethype, moeten operators nu iedere maand een gigantisch bedrag aan echt geld voor rente en aflossing ophoesten. Zodoende is het geld voor innovatie in handen van de overheid. Die heeft zichzelf met een enorme verantwoordelijkheid voor de toekomst opgezadeld.

Het tweede probleem is een nationaal psychologisch probleem. Het zou niet goed gaan tussen de weten­schap­pelijke ict (informatie & communicatie technologie) wereld en het bedrijfsleven. De praktijk zou te weinig gebruik maken van de universitaire kennis en de universiteiten zouden nog verstrikt zitten in het navelstaren van de jaren zeventig tot negentig. Nederland zou achter lopen in bestedingen. Het wordt tijd voor een ministeriële commissie die een advies moet opstellen. Geheel in stijl met de Neder­landse traditie wordt de veel te lange commissienaam in de wandelgangen afgekort tot de naam van de voorzitter, in dit geval de commissie Le Pair. Maar wat als er eigenlijk geen probleem is? We doen het in principe best goed in Nederland. Er worden alleen te weinig middelen gestoken in het laten meegroeien van de academische wereld, nu de ict-sector de laatste vijf a tien jaar razendsnel is gegroeid. Ambtelijke molens draaien wat langzamer en zodoende zijn de overheidsinstrumenten in volume (relatief) fors achtergebleven.

Zo zitten wij momenteel in de situatie dat onze instrumenten wel goed zijn, maar onvoldoende zoden aan de dijk zetten. Kijk naar het voorbeeld waarin de overheid de laatste vijf jaar miljarden aan frequentieveilingen ontving, terwijl op het gebied van mobiele communicatie tot grote spijt van de gehele industrie geen passende academische activiteiten zijn ontplooid. Nu moet de academische wereld, behalve misschien de historici, zich niet verdiepen in de technologie van nu maar in die van morgen. En dat is eenvoudiger dan het lijkt. We missen misschien nog het juiste mechanisme om vlot, efficiënt en effectief richting te geven in een snellere wereld, zeg maar een soort ict-raad.

Maar verder hebben we de juiste instrumenten en we weten dat die werken. De overheidsbudgetten zijn nog van de vorige eeuw toen havens en asfalt belangrijker waren voor de werkgelegenheid dan de ict. De overheid zou, het is maar een suggestie, een deel van de veilinggelden kunnen gebruiken om in de sterke ict-economie van 2010 te investeren. Steek het geld in extra hoogleraren, investeer in specifieke projecten met voldoende schaalgrootte om daadwerkelijk leidend te worden, en verstevig de samenwerking van partijen die hetzelfde doel nastreven. Het gaat heel goed met de ict in de bedrijfs- en academische wereld, dit moet juist worden versterkt. Concurreren op wereldniveau kun je alleen vanuit je sterke punten. Laten we hopen dat Le Pair de overheid kan laten inzien dat ze zichzelf met een psychologisch probleem heeft opgezadeld, en probleem waar een ondernemend land eenvoudig doorheen kan breken. 
Nr 32 - 2001 juni 29 - ‘’A dollar a day’’

Ik weet niet meer wat de aanleiding was. Het was in elk geval op een ochtend dat ik de kinderen naar school bracht. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik hen zat te vertellen hoe sinds 1995 gebruik van internet en mobiele telefonie de normaalste gang van zaken werden. Ze kunnen zich geen voorstelling maken over hoe het er vroeger uitzag, zes jaar geleden waren zij pas drie, zes en acht. Papa had toen al wel een mobiele telefoon en er waren twee computers in huis, maar dat was het dan. Nu hebben mijn kinderen een leeftijd bereikt van negen tot veertien jaar, hebben ze alledrie hun eigen mobiele telefoon, een eigen pc, een eigen e-mail-account, luisteren ze alleen nog maar naar MP3-songs en kan de oudste dochter niet zonder haar dagelijkse chat-sessies.

Dat een typemachine vroeger geen aan/uit-knop had en dat cd's vroeger zwart waren, zijn voor hen verhalen uit de oude doos. Het gebruik van een telefoon met een zwarte draad, maar ook het schrijven van brieven is voor hun iets uit de tijd van opa en oma. Als je vervolgens vertelt over de eerste internet-browsers en uitlegt hoe ftp- en MS-DOS-commando's werken, dan voel ik mij net als toen mijn vader vertelde over vroeger. Toen betrof het een tijdsverschil van dertig jaar, nu een verschil van zes tot tien jaar. Voor deze 'internet-tijdperk-kinderen' is al deze informatie over vroeger slechts van voor 1995. Op zo'n moment denk je nog wel even na als ze uit de auto stappen. Als mijn kinderen straks gaan studeren, in hoeverre zal hun wereld dan veranderd zijn? Daarover gaat deze column.

Jaren geleden - als deeltijdhoogleraar aan de TU Eindhoven - had ik veel te maken met twee oude hoogleraren van Technologie Management. Zij vielen regelmatig terug op de leercurve-theorie. Op een dag kreeg ik een dikke stapel kopieën van oude artikelen van zo rond 1930. Dat bleek interessant materiaal te zijn. Uit de knipsels kwam naar voren dat bij het bouwen van nieuwe vliegtuigen ieder toestel sneller klaar was, en dit scheelde in de kosten. Luchtvaartmaatschappijen begonnen dat door te krijgen en wilden dat voordeel bij afname van een nieuw vliegtuig in de prijs terugzien. Uiteindelijk bleek men heel goed de kostprijs te kunnen inschatten. Bij iedere verdubbeling van het aantal gebouwde vliegtuigen, van één naar twee, naar vier naar acht, enzovoorts, bleek de kostprijs namelijk logaritmisch te dalen. In een grafiek met hierin zowel het cumulatieve aantal eenheden als de kostprijs per eenheid logaritmisch uitgezet, is dat een rechte lijn naar beneden. Deze lijn kun je proberen door te trekken.

Het blijkt dat iedere industriële handeling bij cumulatieve verdubbeling van het aantal handelingen slimmer wordt uitgevoerd, waardoor de kostprijs daalt. Vandaar de naam leercurve. Een lastige bijkomstigheid is dat je vaak verder dan tien jaar in de toekomst moet kijken. In onze 'hightech wereld' waarin je het al over technologiegeschiedenis hebt, terwijl het slechts een tijdsbestek van zes jaar betreft, is dat lastig. Maar het is wel degelijk mogelijk. Om u de details te besparen, slechts de conclusie.

Als je terugkijkt in de geschiedenis, pakweg zo'n vijf tot twintig jaar geleden, kun je een leercurve opstellen voor het aantal megabytes (zowel data als spraak) dat mensen ontvangen. Als je daarna de rechte lijn doortrekt, dan kun je daaruit concluderen dat u binnenkort 40MB per dag gaat consumeren, binnen afzienbare tijd zal dat 400MB per dag zijn en zo rond het einde van de huidige decade 4GB per dag. Dat 'consumeren' doe je tegen die tijd nog steeds voor een daalder per dag, een euro per etmaal of 'a dollar a day'.Als u op dit moment heel jonge kinderen hebt, vertelt u misschien over tien jaar hoe het anno 2001 was, inclusief hoe hoog de prijzen toen waren. 1Mbps kostte toen duizenden guldens per maand. Notebooks hadden toen nog allemaal een kabelaansluiting; voor een ethernetverbinding en voor een 56kbps inbel-modem. Als je op reis was dan kostte dat inbellen in een hotel 1 euro per minuut. "Hebben dat soort dingen bestaan?" "Ja, er hebben zelfs 300bps modems met zuignappen bestaan voor telefoons die vroeger een losse hoorn hadden. Je kon dan aan het geluid horen of je verbinding had." Ik denk dat mijn kinderen, tegen die tijd studerend, een 100+1 oplossing zullen hebben. Dit wil zeggen 1Gbps via een optische fiber van polymeer plastic thuis, en 100Mbps door de lucht elders. Zij kijken tegen die tijd naar televisie wanneer het hun uitkomt, naar het programma wat zij willen zien, niet op een vast (gedicteerd) tijdstip. Ze beschouwen sleutels en plastic kaarten (creditcard en ID) als ouderwets, volgen college en werken aan werkstukken via het internet en hebben altijd en overal toegang tot hun files. Dit wil niet zeggen dat elektronische communicatie warme communicatie zal vervangen, dat zeker niet, maar een heleboel zaken worden handiger en meer betaalbaar.

Misschien hebben mijn kinderen straks hun eerste telefoontjes nog bewaard. Leuk om aan hun kinderen te laten zien dat opa vroeger nog telefoons had met een aan/uit-knop, waarbij je voor een 'chat-message' van 1MB - die in de toekomst 10 eurocent gaat kosten - toen nog meer dan 1000 euro betaalde.
Nr 33 - 2001 juli 27 - Bouw je eigen mobiele telefoon

Vroeger kon je precies zien hoe techniek werkte. De aandrijving van een stoomlocomotief, een fiets, een wekker, enzovoort. Je kon het ding uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Dat was leuk, totdat ik een keer vijf onderdelen van een wekker overhield. Toen die wekker daarna niet meer werkte leverde dat een boze reactie op van mijn moeder. Toch had ik er een hoop van geleerd en tot op de dag van vandaag probeer ik nog steeds te zien hoe technische dingen in elkaar zitten. Zo haalt een van mijn dochters haar telefoon binnen no-time uit elkaar. Het omhulsel, de batterij en de Sim-kaart zijn er zo vanaf, daarna blijf je zitten met alleen een paar chips, een schermpje, de toetsjes en de antenne. Verder uit elkaar halen is niet zinvol. Je leert er niets meer van en het maakt de telefoon, net als mijn wekker, onbruikbaar. Je kunt niet zien hoe het ding werkt, het is een gesloten systeem. Op een hoger abstractieniveau is het wel mogelijk een mobiele telefoon in interessante functies uit elkaar te halen.

Als je een mobiele telefoon-architectuur opstelt dan zitten daarin de Sim-kaart, een radiomodem, een processor met geheugen voor de browser en spraak-, of beter gezegd media-functies. Zodra je op functieniveau een telefoon openmaakt, zie je een radiomodem waarin het antennesignaal wordt omgevormd tot een digitaal signaal. Die signalen gaan naar een processor. Daar worden ze in spraak omgezet of verschijnen ze als tekst op het scherm. Het tekstgedeelte bestaat uit een kleine browser. In het spraakgedeelte wordt 50 keer per seconde een pakketje omgezet in geluid. Omgekeerd wordt 8000 keer per seconde spraak van de microfoon gedigitaliseerd. Na 160 van die 'samples', (8000/160 is 50 keer per sec.) wordt een pakket samengeperst naar 36 Bytes. Die pakketjes worden verzonden met 20kbps, inclusief overhead. Dit rekenwerk is de zwaarste taak voor de processor. De Sim-kaart zorgt voor de identificatie van de gebruiker en de versleuteling.

Hoe gesloten die mobiele telefoon-architectuur ook mag lijken, een ding is zeker; de mobiele telefoon krijgt een open architectuur. Naast spraak zul je straks met de mediaprocessor beelden kunnen verwerken middels dezelfde pakketjes en compressie-subfuncties als spraak. De browser wordt uitgebreider. Nu zijn het slechts de vaste menuteksten of de variabele teksten met Wap. Straks verwerkt je browser complete Java-programmaatjes. Dit vereist meer geheugen en snellere processoren. In een open mobiele telefoon kan een processor eenvoudig worden gewisseld. Producenten van Sim-kaarten willen die extra processing-functies op geavanceerde Sim-kaarten uitvoeren. Op een Sim-kaart passen een 50Mhz Java-processor en een geheugen van 1Megabyte. Dat is groter dan dat van de IBM AT PC uit 1984. Wat zal het radiomodem doen. Eerst werkte de radiofunctie alleen voor één radiofrequentie, de zogenaamde 'single band'. Zo kennen wij voor GSM 'dual band' op 900 en 1800 Mhz, en straks 'triple band' met 2000Mhz Umts. Binnen tien jaar koopt u een software-radiomodem. Dan wordt het antennesignaal direct omgevormd naar een digitale stroom samples en wordt de GSM, Umts, maar worden ook draadloze lan's en Bluetooth-radio geheel in software uitgevoerd. Met spraak moet je 8000 maal per seconde samples maken voor een geluidssignaal tot 4000Hz. Voor radiosignalen tussen 400M en 2400Mhz geldt hetzelfde principe. Maar 1000 keer meer samples per seconde verwerken vergt (nog) te veel rekencapaciteit.

De consequenties van deze ontwikkelingen gaan ver. Als de softwareradio over tien jaar wordt gerealiseerd, dan kun je de hele wereld rond met één telefoon. Iedere keer als je ergens komt krijg je de code om van je telefoon een Umts-, GSM-telefoon of iets anders te maken. Kunnen mijn kinderen straks hun eigen telefoontje in elkaar zetten? Een goedgekeurd modempje en Simmetje zijn vaste ingrediënten. Net als de pc van nu kiezen ze een processor met wat geheugen (waarschijnlijk budget gedreven) en voegen zij software van hun gading toe. Ze hoeven alleen nog een gebruikersinterface conform hun smaak te kiezen. Wat zijn en wie levert straks de 500 miljoen componenten per jaar? Waarom vindt Bill Gates mobiele telefoontjes zo belangrijk als ze straks vol met Java zitten? Soms is het belangrijk om te zien hoe een technologie werkt, zelfs als die ook gesloten lijkt en de vragen niet worden beantwoord. Want als die techniek open en gemeengoed wordt, dan gebeuren er een heleboel interessante dingen.
Nr 34 - 2001 aug 31 - Moderne Armoede

Laatst moest ik op een dag twee keer vragen of er een kassa bij kon. Eerst met een overvolle boodschappen wagen in de supermarkt, daarna in een doe-het-zelf zaak vlak voor sluitingstijd waar 3 vakantie werkers bij de kassa stonden te kletsen en maar één dame de kassa bediende. Kwaad werd ik toen ik terug moest naar een computer zaak. Computer elektronica gaat of in de eerste week kapot of niet meer. Voor de uitbreiding van het computer netwerk in huis naar de boven verdieping had ik een extra hub gekocht. Die werkte niet en ik ging direct terug naar de winkel om te ruilen. Na enige minuten wachten vertelde dezelfde verkoper dat ik naar de service afdeling moest voor een bon. Daar stond een rij die lang ging duren. Weer terug naar de verkoper, ja hij zou zorgen dat ik voorrang kreeg voor een omruil bon. Weer terug naar service, niets voorrang. Weer terug naar de verkoper, ik wil alleen maar ruilen of geld terug. Nee, dat kon ook niet, want de procedure was ….    Later vroeg ik mij af waarom ik zou kwaad was geworden. Niet omdat in Nederlandse winkels de klant soms behandeld wordt als stoorzenders i.p.v. koning. De echte reden was dat het extra heen en weer rijden en wachten mij bijna een uur kostte. Dat irriteerde.

Tijd is blijkbaar belangrijker geworden. Herman van Veen zingt over “we hebben vreselijke haast”. Je accepteert geen lange rijen of trage dienstverlening meer. Als je bepaalde informatie wilt hebben dan kunt je dat snel op het Internet vinden. Of als je iemand wilt spreken dat bel je die persoon mobiel. Nieuwe technologie die succesvol blijkt te zijn omdat het aan een nieuwe behoefte voldoet om beter met tijd om te gaan.. Tien jaar geleden wist niemand dat Internet en GSM zo snel succesvol zou worden. Regelmatig hoor ik collega’s in Zweden waarschuwen dat men 15 jaar geleden bij het ontwerpen van GSM dacht dat misschien een paar telefoontjes direct van GSM naar GSM zouden gaan. Dat was toch te duur. Het hele ontwerp was eigenlijk voor bellen van een mobiele telefoon naar het vaste net. Maar nu GSM zo’n groot succes is, zit die andere partij zit niet meer naast de vaste telefoon te wachten. Zo worden ook WAP (Wireless Application Protocol) en MMS (mobile multimedia system, opvolger van SMS) een groot succes. Ik denk dan aan “always-on” chatten met WAP tot zenden van postzegel foto’tjes van MMS. Daar ontwerpen wij de netwerken voor, inclusief de technische consequentie dat iedereen een IP nummer nodig heeft, cq dat IP v6 hard nodig is. Maar de commerciële consequenties zijn veel groter. Er moeten nieuwe applicaties komen die goed met korte teksten omgaan die mensen snel, altijd en overal kunnen gebruiken. Want als efficiënt tijd gebruik belangrijker wordt wil je ook efficiënt de gewenste informatie ontvangen. 

En tijd wordt belangrijker. In de Zweedse context noem ik het de bestrijding van de moderne armoede. Moderne armoede is niet gebrek aan geld, maar gebrek aan tijd. In Zweden heeft men een hoog welvaartsniveau maar waar wel beide echtgenoten moeten werken. Zo hebben onze buren aan beide zijden ieder een twee grote Volvo’s voor de deur en een boot in de jachthaven. De een heeft ook nog een grote caravan en de andere een zomerhuisje. De consequentie is dat beide buurvrouwen, ondanks de kinderen, fulltime werken. De Zweedse maatschappij is daarop ingericht. Winkels zijn iedere dag open, ook op de zondag. Je krijgt op het werk en school een warme maaltijd als lunch en zwangerschapsverlof duurt van een half tot een heel jaar. Omdat beide echtgenoten een auto hebben kunnen ze op weg van en naar het werk ook de kinderen van en naar school of creche te brengen. En in het ruimste land van Europe staat zodoende iedereen fors in de file. Om zoveel mogelijk van de 4 mooie maanden rond mid-zomer te genieten, staan ze bovendien vrijdags en zondags middag in de file om de stad in en uit te komen, en zaterdag ochtends en zondag met de boot in de vaargeul file om tussen de rotsen door van en naar open water te laveren. Het gevolg van een geleidelijk hogere levensstandaard wordt een grotere gebrek aan tijd. Dan pakt je iedere technologie oplossing op waarmee je tijdsarmoede kunt aanpakken. Mobiele Internet applicaties die deze behoefte snel, overal en altijd goed oplossen worden een zodoende geleidelijk een groot succes.
Nr 35 - 2001 oktober 5 - Wroeten in de grond

Zorg dat je Adsl krijgt! Dat is het motto hier in Stockholm. Adsl staat voor Asymmetric Digital Subscriber Line. Het biedt breedband (128-512kbps) internet voor een vaste prijs per maand. 'Always-on' en geen onaangename verrassingen over de rekening, wanneer je kinderen uren aan het internetten zijn geweest. Adsl werkt goed en iedereen weet dat het eigenlijk een koopje is. Telia, de Zweedse KPN, biedt de consument een Adsl-jaarcontract aan voor 40 euro per maand. Telia biedt ook draadloos internet op publieke locaties aan, via 'wireless lan'. Dat kost 180 euro per maand. Niemand hoor je daar ooit over. De hoge prijs is niet bedoeld om gebruikers af te schrikken. Het is de echte kostprijs. In de USA was Metricom succesvol met het draadloze Ricochet-netwerk van 128 kbps in straatlantaarns. De kosten werden opgehoest door durfkapitalisten. Voor hen is de tijd van het monopoly-geld nu voorbij. Ze wilden echt geld zien. Plotseling was Metricom niet meer zo succesvol. Op 8 augustus ging de stekker er uit. De gebruikers konden de modems bij het elektronische afval zetten.


Als ik in Nederland ben, hoor ik dat wij massaal aan breedband moeten. Sommigen suggereren dat de Nederlandse overheid hiervoor 400 euro per gebruiker moet geven. Voor 3G Umts, ook wel wijdband radio genoemd, gold het omgekeerde. Voor het verhuren van de frequenties ontving de overheid omgerekend per gebruiker 400 euro. Waarom moet er geld bij, als de vaste infrastructuur wordt gebruikt? Ik heb al eerder gezegd niet tevreden te zijn totdat ik 100 Mbps bandbreedte naar mijn huis heb. Ik wil heel graag een 100 baansafrit van de elektronische snelweg bij mijn voordeur. En het is prettig als andere belastingbetalers dat gaan ophoesten. Wat ik niet zeg, is dat ik eigenlijk niet meer dan 1 euro per dag wil betalen. Bij zo'n prijs is het maar de vraag of breedband vandaag al commercieel aantrekkelijk is. Met 30 dollar per maand zijn in de Verenigde Staten al talloze jonge Adsl-aanbieders failliet gegaan. Niemand bleek met dat prijsniveau winst te kunnen maken.
Het uitrollen van breedband in de zogenaamde 'first mile' is een forse infrastructurele investering. Dit betekent niet alleen een afschrijvingstermijn van tien jaar of meer, maar ook dat het soms tien jaar kan duren voordat iedereen over breedband beschikt. Zelfs als wij heel snel breedband gaan uitrollen, dan zal in 2005 nog slechts twintig procent van de mensen een breedbandverbinding hebben. Tachtig procent zal dan nog altijd werken met een modem via een analoge lijn of via Isdn. Een mobiel netwerk is soms binnen een jaar in de lucht. Waarom is het wroeten in de grond dan toch zo lastig?

Ik sprak zojuist met een collega. Hij zei dat eigenlijk alle grootschalige investeringen waarbij in de grond moest worden gewroet, door de overheid werden getrokken. Denk maar eens aan de wegen in het Romeinse rijk, de vaarwegen, spoorwegen en snelwegen van vandaag. Maar denk ook aan het elektriciteitsnet, het aardgasnet en het telefoonnet. Allemaal het werk van de overheid.
Bij de infrastructuur van mobiele telefonie is het niet nodig in de grond te graven, dit kost jaren. Aan de andere kant weten wij dat breedband door allerlei technologische ontwikkelingen nu snel betaalbaar wordt. Als de BV Nederland straks bij de top 3 wilt horen, dan moet je nu beginnen. Hoe? Slim wroeten en consequent lege plastic buizen installeren.

Zodra glasvezel betaalbaar wordt, zal iedereen een glasvezel door die buis willen. Ik denk dat de overheid de lege buizen moet voorschrijven in nieuwbouwprojecten en subsidiëren als ze apart gelegd moeten worden. De actieve componenten zijn een zaak voor de markt. Laat de markt maar zelf bepalen hoeveel bandbreedte wanneer geleverd moet worden en voor welke prijs.
Bovenstaande voorbeelden geven aan dat de markt zich snel ontwikkelt. Misschien is 'always on' internet tegen een vast tarief via Isdn met 10 tot 64 kbps voor velen als start goed genoeg. De groei van de berichtenservice via sms geeft aan dat de markt bij beperkte bandbreedte heel succesvol kan zijn. Voor de digitale hangplek, het uren lang 'chatten' van teenagers, is 10-64 kbps bandbreedte voldoende en een vast tarief ideaal. Maar woont u toevallig in een buurt waar de plastic buizen al aanwezig zijn en waar de markt forse bandbreedte tegen een lage prijs levert, dan zou ik direct happen. Want bandbreedte is net als de vuilnisbelt. Hij raakt altijd vol.
 
Nr 36 - 2001 november 2 - 3G wordt doorslaand succes

Vorig jaar wilde iedereen alles horen over de mogelijkheden van 3G. Het was even heel spannend. Men dacht dat zelfs de Thunderbird-fantasie van tv op een mobiele telefoon waarheid zou gaan worden. De Thunderbird-tv-serie was in ieder geval al in kleur uitgekomen. Op dit moment wil men alleen nog maar weten wanneer het weer goed zal gaan met de communicatie-industrie. Toch biedt de derde generatie (3G) mobiele communicatie nog steeds dezelfde nieuwe mogelijkheden voor allerlei toepassingen. De enige begrenzing is echter nog altijd je eigen fantasie. 3G is een complexe technologie en we weten al langer dat de introductie en acceptatie meer tijd kost dan menigeen hoopt. Wat je in je fantasie in een flits kunt voorstellen, kost even wat meer tijd en moeite alvorens het een positieve business kan opleveren.


Ik blijf volhouden dat 3G een doorslaand succes zal worden. Nog niet met video's op je mobiele telefoon - zoals sommige demonstraties lieten zien - dat is vooralsnog niet meer dan een goed experiment om te laten zien hoeveel data getransporteerd kunnen worden. Eén videokanaal slurpt de hele bandbreedte van een 3G-kanaal op. In een demonstratie zou je dat alleen kunnen vullen als heel veel mensen tegelijkertijd bellen. Die grote capaciteit is precies de reden waarom 3G een succes zal worden. NTT Docomo (Do Communication Mobile) in Japan en Vodafone in het Verenigd Koninkrijk gaan als eersten met 3G de lucht in. Ze hebben de capaciteitsuitbreiding hard nodig. Nog niet voor data, maar wel voor spraak. Men heeft meer en meer spectrum nodig en - omdat het moeilijk blijkt om antennemasten in drukke gebieden te kunnen en te mogen plaatsen - meer capaciteit in gebruikers per vierkante kilometer. 3G biedt 60Mhz nieuw spectrum en kan met dezelfde antennemastlocaties drie tot zes keer meer spraakgebruikers bedienen.
Het exacte getal is moeilijk vast te stellen. Radioplanning is lastig en 3G is bovendien een nieuwe technologie. Bij gsm kun je niet dezelfde frequentie in de volgende cel hergebruiken. 3G werkt met het principe dat je in een grote feestruimte je buren kunt verstaan, ondanks de ruis op de achtergrond. Je luistert selectief en onderscheidt jouw gesprekspartner op basis van taal of wijze van spreken. Andere gezelschappen iets verderop (andere cellen) kunnen dezelfde taal gebruiken. Als iedereen rondom je steeds harder gaat praten, dan wordt het moeilijker je eigen gesprek te volgen. Bij 3G wordt dezelfde frequentie in de volgende cel opnieuw gebruikt. In theorie kun je stellen dat bij 3G zes buurcellen dus zes keer meer capaciteit opleveren. In de praktijk is dit minder dan zes, als gevolg van ruis in hetzelfde frequentiegebied door diezelfde buurcellen. Maar het gebruik van adaptieve antennes en het feit dat bij 3G met zes sectorantennes gewerkt kan worden in plaats van drie, zorgt er voor dat de capaciteit nog verder zal toenemen. Simpel gezegd: 3G biedt meer capaciteit zodat meer mensen meer kunnen bellen. Op zich is dat een gezonde succesvolle business met normaal betalende gebruikers.

Daarnaast zal 3G wat betreft mobiele internetapplicaties een succes worden voor applicaties die een relatief beperkte hoeveelheid data verzenden. De maximale capaciteit van 3G in één richting is 960kbps. Dat is honderd keer meer dan de 9.6kbps van gsm, maar ze wordt alleen bereikt in de directe omgeving van de antennemast. De storende invloed van de buurcellen is daar het minst. Stel dat je op de grens van een cel zit of dat je beweegt en dat er acht andere gebruikers mede actief zijn, dan kom je gauw in de buurt van 30kbps, de snelheid van een analoog modem. Dat is te weinig om een Thunderbird-fantasie van 'tv op je mobiele telefoon' massaal en goedkoop te realiseren. Hoewel de kleine schermpjes en de nog steeds beter wordende compressietechnologieën al veel mogelijk maken. Er wordt wel aan dergelijke toepassingen gewerkt in de verdere evolutie van 3G. In de toekomst, wanneer óf de militaire óf de analoge tv-uitzendingen in de ether omgezet worden naar moderne technologieën, zullen namelijk grote delen van het spectrum vrijkomen om parallelle downloadstromen op te zetten. In standaardisatiecomités wordt gewerkt aan plannen voor telefoontjes met meervoudige antennes, zodat vier of acht stromen tegelijk ontvangen kunnen worden. Maar voordat de Thunderbird-fantasie en andere data-intensieve applicaties zijn gerealiseerd, is 3G al lang een succes voor spraak en de opvolging van sms. De pieken en dalen in de gemoedstoestand in 2001 zijn dan vergeten.
Nr 37 - 2001 dec - Big-Brother-Bill bandbreedte

Mijn oudste dochter van 15 liep voorop in het Internetgebruik. Ze heeft nu concurrentie van haar jongere zus van 12 jaar. Voor meisjes zijn vriendinnen belangrijker dan huiswerk. School is voor hen een excuus om vriendinnen te ontmoeten. Zodra ze van school komen gaan ze thuis internetten en dat betekent tegenwoordig dat ze altijd hun instant messenger hebben aanstaan. Vooral die messenger waarbij na enige tijd de hele familie een Passport account nodig heeft. De oudste dochter, nog te jong om op stap te gaan en dus ‘mobiel’ te zijn, gebruikt sinds kort geen SMS meer. Ze vindt het te duur en met internetten zijn haar vriendinnen en vriendjes dagelijks online en dus bereikbaar. Ze is tekst-georiënteerd en heeft zich alle afkortingen van het elektronisch moderne Nederlands eigen gemaakt. Haar jongere zus is haar echter voorbijgestreefd met het gebruik van de webcam. Samen met een klasgenootje huiswerk maken, kletsen en elkaar zien. Ik maak nog maar weinig mensen mee die tijdens een telefonische vergadering parallel een computer-meeting willen starten, maar deze jonge dame gebruikt het dagelijks. Zou een ‘paradigma omslag’ dan toch een generatie duren?

Het bestaansrecht van de Amerikaanse spoorweg maatschappij aan het einde van de vorige eeuw was het transporteren van mensen en goederen van oost naar west en weer terug, niet de locomotieven en stationsgebouwen. Het bestaansrecht van een bank is vertrouwen met betrekking tot geldzaken, niet het fraaiste kantoorgebouw in het dorp. De ‘paradigma omslag’ waar wij momenteel voor staan is dat het bestaansrecht van een telecom-operator niet ‘spraak’ is maar het leveren van communicatie-verbindingen en -diensten. In de vorige eeuw was dat de telefoon (spraak) en de telex en de eeuw daarvoor het telegram, nu wordt de omslag dat gebruikers voor dezelfde ‘euro per etmaal’ of ‘dollar a day’ 1000-keer meer bandbreedte gaan krijgen. Uw 64kbps (kilo bits per seconde) ISDN lijn zal een 100Mbps verbinding zijn, voor uw 9600bps mobiele telefoon zal over enige tijd 10Mbps (Mega) de normaalste zaak van de wereld worden en uw bedrijfsverbinding zal geen 2Mbps meer zijn maar 1GE (Giga bps Ethernet). Op zo’n moment is bandbreedte geen bottleneck meer waarvoor je de dienst optimaliseert zoals dat nu voor spraak, mobiele spraak of internet- en email-data gebeurd. De telecom operator wordt dan met een explosie van diensten geconfronteerd. Moet die operator een kosteneffectieve leverancier zijn van bandbreedte en/of moet hij kiezen voor het flexibel en breed aanbieden van diensten? Verandering maakt ieder gelukkig mens bang. Dat geldt ook voor beleggers. Maar veranderingen zijn aan de orde van de dag en ze bieden nieuwe mogelijkheden. Dat geldt zeker voor de telecommunicatie wereld. Hebben we eenmaal 1000-keer meer bandbreedte in 10 jaar, technisch gezien kan het zelfs nog sneller. Of gaat dit een generatie lang duren met allerlei regelgevingen en juridische vertragingen?

Terug naar de thuis situatie. Daar ligt al een 100Mbps Ethernet naar iedere kamer. De kabeltelevisie komt al via een ‘plastic pijp’ onze huiskamer binnen. Coax-kabel er uit en glasvezel erin en we hebben heel eenvoudig een 100Mbps in plaats van een 1Mbps verbinding. Maar wil ik op dit moment wel 100Mbps hebben? Ik heb daar problemen mee. Voor MS-Windows XP moet je je laten activeren. Dat wordt dus geen XP, maar Windows 98SE. Bedrijven moeten voortaan hun software jaarlijks huren. Voor MS-Messenger moet je een MS-Passport hebben. Zoals alle communicatie IP-gebaseerd wordt, zo zal alle business op XML gebaseerd worden. XML is een openbare standaard, maar in de Verenigde Staten kun je patenten en copyright verwerven op allerlei businessconcepten, dus ook op XML-rules. En er is één bedrijf dat dit veel beter begrijpt dan wie dan ook. Waar de overheid pogingen doet om oude monopolie-zaken voor de rechter te krijgen, is dat bedrijf al veel verder. In haar business-modellen wordt verondersteld dat iedereen continue snelle Internetverbindingen heeft. In alles wekt dit ‘Net’ bij mij een big-brother-bill-is-watching-you doembeeld op. Zelfs de geruchten dat het bedrijf politici nooit financieel steunde, maar sinds kort volop presidentsverkiezingen sponsort begin ik inmiddels te geloven. Als je dat hoort dan wil je liever geen ‘super highway’ van de rest van de wereld naar je huis via de servers van een organisatie die mij kan terroriseren zonder dat een overheid begrijpt of wil begrijpen wat er kan gebeuren. Murphy zei al dat zodra er iets mis kan gaan, het ook echt een keer mis gaat. Vooral op het moment dat je het niet verwacht. Zal het dan toch een generatie duren? In elk geval begrijpt mijn oudste dochter dat je je ‘voordeur’ -  de poorten van de firewall -  naar het ‘Net’ wel weer moet sluiten als je ze even open hebt gezet. Nu nog mijn eigen generatie de mogelijkheden en gevaren van de komende ‘paradigma shift’ laten inzien. Mijn leeftijdsgenoot Bill begrijpt het al.
Nr 38 - 2002 - Paniek in Tulpenland

door communicatie afgewezen colom (maar iedereen vond hem wel erg leuk)

”Onderzoekers hebben geconstateerd dat ze niet kunnen bewijzen dat je van tulpen hoofdpijn, misselijkheid of kanker krijgt. De anti-tulp lobby claimt dat er wel degelijk gezondheidsrisico zijn. Studies wijzen uit dat er chemische reacties optreden bij mensen indien er tulpen in hun buurt zijn. Uitgaande van het voorzichtigheidsprincipe zijn er ziekenhuizen die het mee nemen van bloemen willen verbieden. Omdat kinderen, i.v.m hun groei, een groter risico zouden lopen, wordt aangeraden tulpen uit de buurt van kinderen te houden. De overheid wordt verzocht om meer onderzoek uit te voeren. De financiering zou door de bloemenbranche zelf op gebracht kunnen worden. Net nu de Nederlandse overheid het gebruik van het nationale beeldmerk van de tulp geveild heeft, is precies bekend welke partijen geld verdienen met tulpen”. De extreem korte samenvatting van dit onderzoek in chocolade letter kranten koppen leidt bij het publiek tot grote angst om tulpen te kopen. De tulpenbranche rekent op een fors banen verlies rondom Alsmeer. Dit verlies zal niet opwegen tegen de groei aan onderzoeksbanen. Men verwacht dat België of de VS van Amerika de nummer 1 positie in tulpen export over zal nemen.

Vervang “tulpen” door “radiofrequenties” en dit absurde scenario is in eens in Groot Brittanie realiteit. De boulevard paniek verdampt echter snel. Rondom kinderen bestaan heel andere risico’s. Hoeveel ouders zijn vandaag de dag verantwoordelijk voor het “hosting of illegal activities” in hun huis. “Ich habe es nicht gewust” werkt niet als zoon of dochter minderjarig is. Er is geen winkelier die opbelt dat zoon of dochter betrapt is op het stelen van een rol drop, maar diefstal van copy rechten neemt dezelfde omvang aan als het overtreden van de maximale snelheid.  Er gaat nog geen lichtje op? Al eens iets aan tafel gehoord van MP3? Maanden lang had ik getracht Napster als een bedenkelijk programma af te schilderen dat niet door de huis-firewall komt. Maar wat doe je als dochter van 13 als je slecht 200 MP3 files hebt en als klasgenoten reeds 2000+ MP3 files met Napster verzameld hebben. Je meldt expliciet dat je met je verjaardag geen CD bonnen wilt en vraagt of de CD-rewritable in jouw PC geplaatst mag worden. Dan kun je in elk geval de verzamelingen van anderen overnemen. Maar uiteindelijk installeer je toch Napster en begin je met downloaden. Totdat pa opmerkt dat de kabelmodem lampjes ook blijven flikkeren als je weg bent. Blijkt dat de trots van pa, zijn eigen geconfigureerde firewall, Napster gewoon doorlaat. Bij de installatie van Napster had de dochter de directory file opgegeven waar haar collectie MP3 staan. Bij Napster wordt die directory gedeeld met de rest van de Napster wereld en kan iedere Napster gebruiker die ook online is de files bij jou ophalen.

De snelheid waarmee Napster opkomt, geeft aanleiding tot het gevoel dat de muziek branch met een prijs van Hfl 40-50 voor een CD haar eigen ondergang alleen maar versnelt. Zonder een in chocolade letter samen te vatten angst lijkt het of de huidige CD wereld, en straks de vaste boeken prijs wereld nog steeds niet de paniek van hun sluipende ondergang onderkent. Boek teksten kunnen straks op digital ink (een soort herschrijfbaar en opvouwbare folie) ieder moment en overal worden gedownload, net als MP3.

Na een discussie over copy rechten en een herconfiguratie van directories wordt de paniek over “hosting illegal activities” snel overschaduwt door een nieuwe paniek. Een slimme ambtenaar maakt na een presentatie van mij de opmerking dat de Nederlandse staat mij maar het beste zou kunnen opsluiten totdat de UMTS veiling achter de rug is. Blijkbaar weet ik veel te veel van de ontwikkelingen van komende 3e generatie mobiel Internet (met UMTS). Als ik een deel van de toekomstige ontwikkelingen vertel zou de veiling prijs omhoog kunnen gaan, maar als ik het andere deel vertel gaat die prijs vele miljarden omlaag. Na zijn opmerking begreep ik dat ik op dit ogenblik in de ogen van sommige Nederlanders wel eens de meest staatsgevaarlijke persoon van de Nederlandse staat (lees schatkist) zou kunnen zijn. Toen sloeg de paniek pas echt toe en verbleekte de tulpen en de MP3 paniek geheel. Ben ik even blij dat de kolom tot 700 woorden beperkt is. De ambtenaar kan gerust zijn dat ik daarbinnen niet de ruimte heb om een genuanceerde motivering voor de waarde van UMTS frequenties te formuleren. Maar deze keer blijft de paniek wel hangen.

 

 

 

Nr XX - 2001 - not published : 3G the dinosaur?

After all the hype reality takes over, but then its swings through to the other side. ‘3G does not have enough capacity’ or ‘3G is too costly to provide anywhere the 2Mhz capacity’ or ‘Price per MegaBytes remains too high for general IP based 3G service to take off’ or ‘If operators lower prices it will be over-scribed, so prices remain high and service will not take off’

This note describes a threatening scenario for the stock value of any mobile operator and vendor.  The scena­rio represents a possible evolution to trigger people to think of a possible risk if operators would keep 3G very closed.

We are repeating with 3G the same trick as with 2G. But aren’t the rules of the game changed? Grabbing the largest market share at the beginning of the tornado is still valid, but can we create a tornado again. 2G was one service (mobile voice and slowly expanding with the roaming service and low speed data while the networks were rolled out slowly (5 year period) with on the market taking off after that. During the rollout it was very difficult with the high €/min calls even for business people at 10% penetration level to get the business through that initial phase.

Now we are facing 3G with 5 new steps (WCDMA radio is new, access on GTP is just emerging, core network will move to ATM, service network complete new (HSS, etc…), application middleware & terminals interfacing) and we have to get it right for 5 services from day one. So any one in the 5 chains can wreck up his part and then those 5 services might not work. Hopefully at least voice remains. E.g. if applications require more bandwidth and operators are not willing to lower prices all those new mobile Internet features will not take off. But this time operators have no money to subsidies the 3G phones.

And users do not demand 3G, they want to quickly do things. They do not want to be figuring out to get through a maze of 5 by 5 possibilities to get something running. “It should just work”. Look to I-mode today. I-mode is 55% voice, 30% email because the PC penetration in Japan is low and only 15% is really I-mode. That 15% is 60% screens and tones. And despite the hype people are still skeptic on all the benefits. Isn’t 3G UMTS going to be the same. It is very efficient on voice, it takes the same radio spectrum from the 1 channel in analogue and 8 in GSM to 60 voice channels in UMTS while enabling data messages.

Radio resources are expensive, requires a lot of difficult resource specific measurement. The IP stack was complicated in 1990, but after a few years software was understood and 486 PC was powerful enough to realize a rapid growth of Internet due to a terminal centric development model. Now radio is complicated. But wait, if DC to AC converters get dirt cheap as for wLAN cards and if optical fiber to WLAN based station in street lamps get cheap too, the hop to hop 50Mhz to street lamps get a HotTown. And my son will install a antenna to get the neighbourhood on to our fiber connection. No widespread UMTS-data to take off.

So the 3G Dinosaur syndrome might get real if the operators continue to threat it as vertical business trying to look in the customer with 3G services. But the market will not accept that. Credit card companies are not willing to pay extra if the value of some radio bits for an M-eCommerce transaction is far higher then the streaming bits. It is just a bit pipe. But the €/MegaBytes has to dropping rapid according to the learning curve theory. A bit pipe is paid by transmitted megabytes and the learning curve target is lowering for a certain amount dollars a day the amount of MegaBytes you download. If 3G does not follow that learning curve another technology which does offer the significant lower €/MegaBytes. One approach is the not “all square km are equal” type of roll-out technologies (wide area) as the hot spot hybrid wLAN 4G stuff.

Can the 3G operator grab the first mover advantage. As Steinar Dahlin is defending continuously we must enforce that the service  network remains as open with IP interfacing as possible. Once operators make a open 3G service that are ready to get onto a 4G bandwagon with these (first mover advantage) service.

If they remain high price for bandwidth the services will not take off and others grab the services. Then the operators shoot themselves in their feet and ultimately have to write-off Billions as they can not jump on the profitable services wagon. The 3G Dinosaur, not able to adapt itself to a changing environment where smaller and warmer manmals take over the world previous dominated by the reptile Dinouraus too slow or not willing to adapt to a changing environment.

Accept the dual UMTS-WLAN  open terminal architecture solutions, it is not the end answer but enable us to be receptive to what ticks and what not.  UMTS is on basic voice plus a little data messages (email, pictures). From 1 to 3 to 8 to 60 voice channels UMTS itself is very efficient for voice and that will be the mass usage, which is absolutely necessary to enable expanding the air minutes for huge amounts of people.